Hollands | ||||
---|---|---|---|---|
Nederlands dialect | ||||
Het Hollands in kaart gebracht
| ||||
Taalgebied | Noord- en Zuid-Holland, Utrecht (Randstad), Flevoland | |||
Streekdialecten | West-Fries, Noord-Hollands, Zaans, Zuid-Hollands, Strand-Hollands | |||
Stadsdialecten | Amsterdams, Rotterdams, Haags, Stad-Utrechts, Leids | |||
|
Hollands is samen met het Brabants het meest gesproken hoofddialect van het Nederlands. Het geldt daarnaast als een van de hoofdgroepen binnen het Nederfrankisch, naast het Brabants, Zeeuws, Vlaams, Kleverlands en Limburgs.[1] Het wordt voornamelijk gesproken in de provincies Noord- en Zuid-Holland, Utrecht, Flevoland en op een deel van de Nederlandse Waddeneilanden.
In België wordt de term "Hollands" vaak in bredere zin gebruikt om te verwijzen naar de Nederlandse taal zoals ze in heel Nederland wordt gesproken. Buiten Nederland en Vlaanderen wordt de term gewoonlijk gebruikt voor het Nederlands zonder meer. In Nederland verstaat men er de meeste dialecten van Noord-Holland, Zuid-Holland en soms ook Utrecht onder, en vaak ook het Standaardnederlands.