Huis Saksen-Coburg en Gotha | ||
---|---|---|
Verheffing | 1826 | |
Stamvader | Ernst I van Saksen-Coburg en Gotha | |
Familiehoofd | Andreas van Saksen-Coburg en Gotha | |
Afzetting | 1918 (in Saksen-Coburg en Gotha) | |
Etniciteit | Duits, Belgisch, Brits, Bulgaars, Portugees | |
Hoofdtak | Huis Wettin | |
Zijtakken | ||
Titels |
Hertog van Saksen-Coburg en Gotha (1826–1918)
Koning der Belgen (1831–1920) Koning van Portugal en de Algarve (1837–1910) Prins-gemaal van het Verenigd Koninkrijk (1840-1861) Vorst van Bulgarije (1887–1908) Koning van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland (1901–1917) Koning van Australië (1901-1917) Koning van Canada (1901-1917) Keizer van Indië (1901–1917) Koning van Newfoundland (1907-1917) Koning van Nieuw-Zeeland (1907-1917) Koning van Bulgarije (1908–1946) Koning van Zuid-Afrika (1910-1917) |
Het huis Saksen-Coburg en Gotha (Saksen-Coburg-Gotha) is een van oorsprong Duitse dynastie waarvan leden over verschillende Europese landen heersten.
De dynastie ontstond uit het hertogelijke huis Saksen-Coburg-Saalfeld (uit het huis Wettin), dat in 1826 het dubbelhertogdom Saksen-Coburg en Gotha in bezit kreeg. Telgen uit dit geslacht kregen in de 19e eeuw verschillende andere landen in handen.