Huttentut | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Camelina sativa (L.) Crantz (1762) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Huttentut op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
Huttentut (Camelina sativa), ook dederzaad, vlasdodder of vlasdotter genoemd, is een plant uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae). De plant komt over het gehele noordelijk halfrond in het wild voor op lichte, zandige graanakkers en ruigten, maar doet het ook goed op sterk zouthoudende gronden. Hij heeft een gele bloem die bloeit in de nazomer.[1]
Mogelijk is de plant oorspronkelijk afkomstig uit West-Azië. Huttentut is een van de gewassen die ruwweg 2000-3000 jaar geleden werden verbouwd op de zogenaamde raatakkers, ook wel bekend als celtic fields.[2] Voor Nederland is het daarmee een van de oudste cultuurgewassen.