Huurlingen (Oudgrieks: μισθωτοί, μισθοφόροι, ξένοι; Latijn: mercen(n)arius, latro, latrunculus) waren in de oudheid niet onbekend, hoewel vele staten in de oudheid toch lange tijd bleven vertrouwen op hun eigen burgerleger. Vooral bij de uitbreiding van het territorium van een staat werd het leger van burgers vaak aangevuld door huurlingen uit eerder veroverde streken. De grote rijken zoals Egypte en Perzië zouden een beroep doen op huurlingen en het leger van een rijke stad zoals Carthago bestond zelfs uit bijna enkel huurlingen.