Interne geneeskunde, in Vlaanderen ook inwendige geneeskunde genoemd, is een specialisme in de geneeskunde dat zich bezighoudt met het voorkómen, diagnosticeren en behandelen van ziekten van de inwendige organen, zoals de lever, de nieren, en het spijsverteringsstelsel van de volwassen patiënt. Een arts die zich hierin gespecialiseerd heeft is een internist.
De opleiding interne geneeskunde duurt na het basisarts-examen nog eens 6 jaar: 4 jaar algemene interne geneeskunde en 2 jaar specialisatie.
De oorsprong van de interne geneeskunde is te vinden in de 19e eeuw. Toentertijd werd het vakgebied aangeduid als dat van 'artsen die de laboratoriumwetenschap combineerden met patiëntenzorg'. Nog steeds zijn veel internisten dan ook betrokken bij wetenschappelijk onderzoek naar de achtergronden en de gevolgen van ziekten, en naar therapieën om deze ziekten te bestrijden.