Irakoorlog | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Onderdeel van "Strijd tegen terrorisme" | ||||||
HH-60 Blackhawk-legerhelikopters vliegen voorbij de ondergaande zon op 2 april 2003 naar een vooruitgeschoven locatie in Zuid-Irak
tijdens Operatie Iraqi Freedom. | ||||||
Datum | 20 maart 2003 - 15 december 2011 (op 1 mei 2003 verklaarden de VS dat de reguliere gevechtshandelingen waren afgerond) | |||||
Locatie | Irak | |||||
Resultaat | Val van Saddam Hoessein en de Ba'ath-partij; bezetting van Irak; losbreken van opstanden en burgeroorlog,[1] Iraakse grondwetsverkiezingen in december 2005 van een nieuwe overheid. Groot aantal burgerslachtoffers, berichten over zware repressie vanuit de overheid door doodseskaders.[2] | |||||
Casus belli | Beschuldigingen aan Saddam Hoessein dat hij massavernietigingswapens verborg en banden had met Al-Qaeda bleken achteraf vals. Andere motieven: het overtreden van de VN-resoluties, Saddams repressie tegen zijn volk, e.a.[3] | |||||
Strijdende partijen | ||||||
Leiders en commandanten | ||||||
| ||||||
Troepensterkte | ||||||
| ||||||
Verliezen | ||||||
|
De Irakoorlog was een door de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk in maart 2003 ingezette oorlog tegen en in Irak, waarbij ook andere landen troepen leverden. De oorlog was onderdeel van de War on Terror. Schattingen van het aantal slachtoffers lopen sterk uiteen, van circa 150.000 tot vele honderdduizenden doden.
De oorlog kan worden onderverdeeld in twee fases. De eerste fase (maart-mei 2003) was de invasie waarbij een multinationale troepenmacht, de zogenoemde Coalition of the Willing, in krap anderhalve maand tijd het bewind van Saddam Hoessein verdreef. Het doel van de coalitie was naar eigen zeggen het ten val brengen van het regime van Saddam Hoessein, dat de Iraakse bevolking zou onderdrukken, het internationale terrorisme zou ondersteunen en massavernietigingswapens zou hebben ontwikkeld, bezitten en hebben ingezet. Tot op heden zijn dergelijke wapens niet gevonden, noch is een verband met Al Qaida aangetoond. Enkele maanden nadat de coalitie het Iraakse grondgebied had ingenomen werd Saddam Hoessein gearresteerd. Hij werd drie jaar later geëxecuteerd.
De fase na de invasie (2003-2011) bestond uit een programma van nation-building, de opbouw van een nieuw Irak door de coalitiemacht die de macht had overgenomen van Saddam Hoessein. Deze fase werd vanaf het begin geplaagd door grootschalige opstanden tegen de bezettende troepen. Tegelijkertijd groeiden de onderlinge spanningen tussen de verschillende bevolkingsgroepen doordat de voorheen machtige soennitische minderheid zich in het nieuwe Irak bedreigd voelde door de sjiitische meerderheid. Tussen 2006 en 2009 escaleerde het onderlinge geweld zodanig dat wel gesproken werd van een burgeroorlog.
De Amerikanen trokken in december 2011 hun laatste troepen terug. Het conflict was daarmee echter niet ten einde en zou opnieuw escaleren door voortwoekerend onderling geweld, het overslaan op Irak van de in 2011 uitgebroken Syrische Burgeroorlog, het bloedig neerslaan van nieuwe protesten tegen de overheid en de oprichting van jihadistenbeweging Islamitische Staat (ISIS), die mede vanwege het machtsvacuüm na Saddam Hoessein kon ontstaan en in de zomer van 2014 het noorden van Irak binnenviel en een islamitisch kalifaat uitriep. Om ISIS te bestrijden, keerden de VS in 2014 na tweeënhalf jaar afwezigheid alweer terug aan het Iraakse strijdtoneel, als aanvoerder van een nieuwe internationale coalitie.