J.H. Leopold

J.H. Leopold
J.H. Leopold omstreeks 1913[1] gefotografeerd door Henri Berssenbrugge.[2]
J.H. Leopold omstreeks 1913[1] gefotografeerd door Henri Berssenbrugge.[2]
Het sterkste werkt wat is weggelaten[3]
Algemene informatie
Bijnaam een dissidente symbolist
Volledige naam Jan Hendrik Leopold
Geboren 11 mei 1865
Geboorte­plaats 's-Hertogenbosch
Overleden 21 juni 1925
Overlijdensplaats Rotterdam
Land Nederland
Beroep leraar
Werk
Jaren actief 1889-1925
Genre poëzie
Stroming Symbolisme
Invloeden Herman Gorter, Marcus Aurelius, Epicurus, Omar Khayyám
Bekende werken Cheops
Uitgeverij Brusse
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Jan Hendrik Leopold ('s-Hertogenbosch, 11 mei 1865Rotterdam, 21 juni 1925) was een Nederlands dichter en classicus die wordt gerekend tot het symbolisme. Hij wordt door sommigen beschouwd als de belangrijkste Nederlandse dichter sinds Vondel.[4] Na zijn debuut met door Gorter en Mallarmé beïnvloede gedichten, vertoont zijn poëzie vanaf 1900 filosofische verdieping van vooral de Stoa, na 1915 vermengd met oosters-religieuze elementen. Leopolds bekendste werken zijn gedichten die vaak in bloemlezingen te vinden zijn. Zijn gedicht 'O nachten van gedragene extase' geldt algemeen als één der mooiste liefdesgedichten uit de Nederlandse literatuur.[5] Ook veel bewonderd zijn het epische gedicht Cheops uit 1915 en de naar Arabische en Perzische dichters gemodelleerde kwatrijnen in Oostersch uit 1922.

Na het Stedelijk Gymnasium Arnhem te hebben doorlopen studeerde Leopold klassieke talen aan de Universiteit Leiden. Hij promoveerde in 1892 op het proefschrift Studia Peerlkampiana. Na de afronding van zijn dissertatie werd Leopold in 1891 leraar klassieke talen aan het Erasmiaans Gymnasium te Rotterdam, totdat hij in 1924 vanwege doofheid werd afgekeurd. Zijn persoonlijkheid maakte diepe indruk op de leerlingen. In 1902 publiceerde hij een beknopte filologische studie over Spinoza, drie jaar later gevolgd door een artikel. Op zijn vakgebied publiceerde Leopold artikelen in vaktijdschriften; in 1908 verscheen bij de Clarendon Press zijn editie van Marcus Aurelius. Daarnaast publiceerde hij in de krant over onder meer Honoré de Balzac en Ludwig van Beethoven. Leopold was een fanatiek muziekliefhebber die graag concerten bezocht en piano speelde; bij beide activiteiten betrok hij ook weleens een (oud-)leerling. Daarnaast was hij een enthousiast bergbeklimmer en schaatser.

Zijn werk draait om de tegenstelling tussen het verlangen in een groter romantisch of metafysisch verband op te gaan en de onmogelijkheid om buiten de eigen persoonlijkheid te treden. Drie perioden worden in het oeuvre onderscheiden. In de eerste periode (1893-1900) vertonen zijn verzen de invloed van de prerafaëlieten; in de tweede periode (1900-1915), die enkele langere gedichten opleverde, is de klassieke filosofie, onder meer de Stoa en Epicurus, een dominante invloed; in de derde periode (1915-1925) is de rationele filosofie teruggedrongen en gecombineerd met religieuze, oosterse elementen, waardoor de poëzie mystiek genoemd kan worden.[6] De symbolistische dichter probeert in zijn gedichten uitzicht te bieden op een hogere wereld, een pretentie die bij Leopold niet waargemaakt wordt. Daarom wordt hij wel een 'dissidente' symbolist genoemd, of zelfs een modernist.[7] Tijdens zijn leven publiceerde hij gedichten in tijdschriften, waarvan Cheops ook als boekje verscheen, en twee bundels.

  1. Hulsker (1970), 28
  2. Van Eyck (1935), 368
  3. G.J. Dorleijn, '"Het sterkste werkt wat is weggelaten." J.H. Leopold als symbolist.' Literatuur, 1984, 79-85. Gearchiveerd op 21 mei 2022.
  4. Frank J. Warnke, 'Dutch Poetry.' Alex Preminger (red.), Princeton Encyclopedia of Poetry and Poetics. Enlarged Edition 1974. First Edition 1965. Princeton, New Jersey: Princeton University Press, 211 ISBN 0691013179
  5. Anne Marie Musschoot, 'J.H. Leopold: Nu anders te lezen.' Ons Erfdeel, 1985, 203. Gearchiveerd op 12 maart 2023.
  6. Bel (2015), 212-213
  7. Bel (2015), 212

Developed by StudentB