Jeanne d'Arc | ||||
---|---|---|---|---|
Martelares en nationale heldin van Frankrijk | ||||
Miniatuur Jeanne d'Arc 15de eeuw
| ||||
Geboren | rond 1412 te Domrémy | |||
Gestorven | 30 mei 1431 te Rouen | |||
Verering | Rooms-Katholieke Kerk | |||
Zaligverklaring | 18 april 1909 te Rome, Sint-Pietersbasiliek door Paus Pius X | |||
Heiligverklaring | 16 mei 1920 te Rome, Sint-Pietersbasiliek door Paus Benedictus XV | |||
Naamdag | 30 mei | |||
Attributen | harnas, banier, zwaard | |||
Beschermheilige voor | Frankrijk | |||
Lijst van christelijke heiligen | ||||
|
Jeanne d'Arc | ||||
---|---|---|---|---|
Standbeeld Jeanne d'Arc (1888) door Félix Charpentier in Parijs.
| ||||
Bijnaam | La Pucelle Maagd van Orléans Maagd van Lotharingen | |||
Volledige naam | Jeanne "Jehanne" d'Arc | |||
Rustplaats | As uitgestrooid in Seine | |||
Religie | Christendom | |||
Land/zijde | Koninkrijk Frankrijk | |||
Dienstjaren | 1428–1430 | |||
Rang | Bevelhebster, vaandeldraagster | |||
Eenheid | onder Karel VII | |||
Slagen/oorlogen | Honderdjarige Oorlog | |||
|
Jeanne d'Arc[1] (Domrémy, Lotharingen, ca. 1412[2] – Rouen, Normandië, 30 mei 1431), bijgenaamd de Maagd van Orléans, is een nationale heldin van Frankrijk. Ze werd geboren tijdens de Franse Burgeroorlog (1410-1435) en speelde een cruciale rol tijdens de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk (1337-1453).
Ze vertelde visioenen te hebben van onder andere de heilige Catharina, Margaretha en de aartsengel Michaël, die haar vertelden dat ze de Dauphin Karel VII moest helpen en Frankrijk van de Engelsen moest bevrijden. Tijdens haar eerste jaren in het leger had ze successen, maar in de latere jaren leed ze verliezen en werd ze gevangen genomen door de vijand.
Op ongeveer negentienjarige leeftijd werd ze door een partijdige kerkelijke rechtbank tot de doodstraf veroordeeld en stierf ze op de brandstapel in Rouen. Vijfentwintig jaar na haar dood liet paus Calixtus III het proces herzien. Ze werd onschuldig bevonden en kreeg op 7 juli 1456 de titel van martelares. In 1909 werd ze door de Rooms-Katholieke Kerk zalig verklaard en in 1920 volgde de heiligverklaring.