Het kerkelijk of liturgisch jaar van de katholieke kerken is een periode die niet gelijk loopt met het kalenderjaar. Dit jaar wordt ingedeeld in twee kringen rond de grote feestdagen van Kerstmis en Pasen. Het kerkelijk jaar start met de kerstkring. Deze vangt aan met de eerste zondag van de advent (eigenlijk met het avondgebed voorafgaand aan deze zondag) en gaat over naar Kerstmis tot aan de vierde zondag na Epifanie (Driekoningen). Daarna start de paaskring die, naargelang de gebruikte liturgische kalender, aanvangt met septuagesima (de negende zondag voor Pasen) of Aswoensdag. De paaskring eindigt 49 dagen na Pasen met Pinksteren. De zondag daarop volgt Trinitatis (Drievuldigheidsfeest) met daarna de 27 zondagen na Trinitatis. Deze periode wordt ook nog onderverdeeld in de zomerkring (Trinitatis en 12 zondagen erna) en de herfstkring (van de 13e tot en met de 27e en laatste zondag na Trinitatis). Daarmee is de kring van het kerkelijk jaar gesloten.
Het kerkelijk jaar werd ook door de Lutherse kerk gehandhaafd. Zodoende komt dit sinds de fusie met de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Nederland nog terug in sommige gemeenten van de Protestantse Kerk in Nederland. Het overzicht hieronder gebruikt echter de katholieke benamingen.