De kiembaan (Engels: germline) is bij meercellige organismen de groep cellen waaruit uiteindelijk de gameten worden gevormd. Gameten zijn de cellen die in staat zijn om erfelijk materiaal door middel van geslachtelijke voortplanting door te geven aan een volgende generatie. Bij meercellige dieren bevinden deze cellen zich in de gonaden.
Een embryo bestaat in eerste instantie enkel uit totipotente stamcellen. Bij de embryonale ontwikkeling van een organisme blijven enkele cellen totipotent en vormen de kiembaan. Alle overige cellen gaan zich specialiseren en vormen cellen met elk een eigen functie, ook wel somatische cellen genoemd. Cellen die eenmaal gedifferentierd zijn kunnen geen andere functies meer vervullen en ze kunnen ook niet meer teruggaan in hun ontwikkeling om weer stamcellen te vormen.
Mutaties die aanwezig zijn in kiembaancellen kunnen worden doorgegeven aan het nageslacht; dit in tegenstelling tot mutaties die in somatische cellen aanwezig zijn. Bij verschillende erfelijke ziekten, zoals de ziekte van Huntington of cystische fibrose, spelen kiembaanmutaties een bepalende rol.