Kleverlands | ||||
---|---|---|---|---|
Nederlands dialect | ||||
Het Kleverlands in kaart gebracht
| ||||
Taalgebied | Nijmegen & omgeving en de Duitse Nederrijn | |||
Streekdialecten | Zuid-Gelders, Noord-Limburgs, Land-van-Cuijks, Liemers, Overbetuws | |||
Stadsdialecten | Nijmeegs | |||
|
Kleverlands is een verzamelnaam voor de Nederfrankische dialecten die in Nederland gesproken worden in Zuid-Gelderland, Nederlands Noord-Limburg, het Land van Cuijk in Noord-Brabant en in Duitsland in het Land van Kleef.[1][2]
Het Kleverlands wordt binnen het Nederfrankisch gerekend tot de variëteiten binnen de zuidelijk-centrale groep, waartoe ook het Brabants behoort. De tot het Kleverlands gerekende dialecten komen taalkundig het meest overeen met het Brabants. In mindere mate vertonen ze ook overeenkomsten met het Limburgs.
Met de Duitse term Kleverländisch werd oorspronkelijk specifiek het dialect van het Land van Kleef bedoeld, maar deze term is door dialectoloog Jan Goossens voor de hele grensoverschrijdende regio overgenomen. Van de 17e tot ver in de 19e eeuw was het Nederlands in dit gebied gangbaar als ambtstaal, en tot aan de Tweede Wereldoorlog werd het Nederlands zelfs nog in enkele kerken als kerktaal gebruikt. De nazi's bepaalden in 1936 dat het Nederlands niet langer mocht worden gebruikt. (Omgekeerd werd in delen van Limburg tot in de 20ste eeuw de Hoogduitse kerktaal gebezigd.)