Een lagedrukgebied, depressie of minimum is een gebied waarin de luchtdruk op zeeniveau laag is ten opzichte van de omgeving. Dit in tegenstelling tot een hogedrukgebied, waarin juist relatief hoge barometerstanden worden gemeten.
Door de lage druk stroomt de lucht naar het centrum, door wrijving en het corioliseffect spiraalsgewijs.[1] De isobaren naderen elkaar hier. Deze cyclonale circulatie is op het noordelijk halfrond tegen de klok in en op het zuidelijk halfrond met de klok mee. Door dit samenstromen van de lucht of convergentie moet de lucht naar boven uitwijken. Doordat de stijgende lucht afkoelt, zal er bij voldoende vochtigheid wolkenvorming optreden met mogelijke neerslag.
Het symbool voor een lagedrukgebied is de letter L.[2] Hiermee wordt op weerkaarten aangegeven waar een lagedrukgebied zich bevindt. Het geeft altijd de kern van een lagedrukgebied aan, waar de luchtdruk het laagst is. Ook de fronten van een lagedrukgebied worden op de weerkaart getoond, omdat dit slecht weer met zich meebrengt.