Landbouw

De oogst van tarwe in Duitsland. Een maaidorser verzamelt en laadt de gedorste tarwe in een aanhanger

Landbouw of agricultuur is het geheel van menselijke activiteiten waarbij de bodem wordt gebruikt voor de productie van planten en dieren, ten behoeve van de economie. Het kan hierbij gaan om de productie van voedings- en genotsmiddelen, om de productie van veevoeder, van grondstoffen en van siergewassen.

Hoewel een scherpe indeling niet altijd gemaakt kan worden, deelt men de landbouw gewoonlijk in in akkerbouw, veehouderij, en tuinbouw. De laatste categorie wordt weer onderverdeeld in vollegronds tuinbouw en kassenteelt. Randgebieden, die doorgaans niet tot de landbouw worden gerekend, zijn de bosbouw en de visteelt.

Afhankelijk van het verbouwde gewas of de gehouden dieren, de beschikbare grondsoort en het welvaartsniveau, wordt gebruik gemaakt van verschillende landbouwmethoden. In armere gebieden wordt nog gewerkt met eenvoudige werktuigen en trekdieren, terwijl elders de landarbeid verregaand gemechaniseerd en geautomatiseerd is, met grote, technisch hoogstaande machines. Historisch gezien staat de huidige, moderne permanente landbouw, die grotere bevolkingsgroepen kan voeden, tegenover de zwerflandbouw, die zelfvoorzienend was, en weinig arbeidsintensief.

Voor de landbouw zijn abiotische factoren als temperatuur, neerslag, de bodemvruchtbaarheid, bodemstructuur en de waterhuishouding van groot belang. Zo vraagt permanente landbouw ten minste 200 tot 400 mm neerslag per jaar, mede afhankelijk van de verdamping en de grondsoort. Sommige vormen van landbouw, zoals irrigatielandbouw, vergen grote investeringen in arbeid en kapitaal, en een hoog ontwikkeld organisatieniveau. In veel landen zijn landbouwsystemen ontwikkeld waarbij kapitaalverschaffing, agrarisch onderwijs, industrie, landbouwbeleid en praktijk met elkaar verweven zijn.

Door voortschrijdende ontwikkelingen in landbouwkunde, plantenveredeling, en het gebruik van pesticiden en kunstmest zijn de opbrengsten van landbouw vanaf 1800 sterk toegenomen. De moderne landbouw is medeverantwoordelijk voor uiteenlopende milieuproblemen, zoals de uitputting van grondwater, stikstofproblematiek, ontbossing, landdegradatie en de opwarming van de Aarde.[1] De intensieve veeteelt heeft geleid tot zorgen over dierenwelzijn en antibioticaresistentie. In diverse delen van de wereld worden met het oog op duurzaamheid en opbrengstverbetering genetisch gemodificeerde gewassen verbouwd.[2][3]

  1. (en) Making Peace with Nature: A scientific blueprint to tackle the climate, biodiversity and pollution emergencies. United Nations Environment Programme (2021). Gearchiveerd op 18 augustus 2021. Geraadpleegd op 9 juni 2021.
  2. Meester G, Berkhout P, Dries L. (2013). Eu-beleid Voor Landbouw, Voedsel En Groen. Wageningen Academic Pub, pp. 301-305. ISBN 9789086862306.
  3. (en) 20 Questions on Genetically Modified Foods. World Health Organization. Gearchiveerd op 5 mei 2014. Geraadpleegd op 1 mei 2014.

Developed by StudentB