Een lift is een verticaal transportsysteem bedoeld voor het vervoer van personen of goederen in gebouwen.
Het vervoer geschiedt door middel van een liftkooi, ook liftcabine genoemd. De kooi bevindt zich meestal in een schacht en verplaatst zich langs vaste geleiders omhoog of omlaag.
Voor het betreden en verlaten en het laden en lossen wordt de lift op vaste plaatsen tot stilstand gebracht.[1]
De liftinstallatie bestaat uit een machineruimte die zich meestal boven op de liftschacht en dus boven op het dak van een gebouw bevindt. Hierin is de liftmachine geplaatst en de schakelkast die de besturing van de lift regelt. Soms bevindt de machinekamer zich ook naast de schacht. Dit kan zowel aan de boven- als aan de onderkant van de schacht zijn. Bij hydraulische liften maakt het niet uit waar de machineruimte zich bevindt. Een nieuwere vinding is de machinekamerloze lift.[bron?] Een ander onderdeel van de lift is de liftschacht. Dit is de ruimte waarin de kooi en de geleiders zich bevinden. Passagiers krijgen door middel van schachtdeuren toegang tot de liftkooi. Onder in de schacht bevindt zich de schachtput met de buffers voor de kooi.