Een maatschap (mts.) is een begrip uit het overeenkomstenrecht dat staat voor een samenwerkingsverband van twee of meer natuurlijke of rechtspersonen, vennoten genoemd, met als doel samen gegenereerde winst te verdelen. In de praktijk worden de deelnemers ook maten genoemd. Het is een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, wat betekent dat iedere deelnemer persoonlijk aansprakelijk blijft. De vennoten brengen iets in, met het doel het voordeel dat daaruit voortvloeit te delen. Ze kunnen zaken inbrengen als arbeid, geld, goederen, kennis, klanten, handelsmerken, patenten, opdrachten, personeel of goodwill.
Veel maatschappen worden opgericht door mensen met een vrij beroep, zoals artsen, tandartsen, medisch specialisten, advocaten, accountants en fysiotherapeuten. Vanwege de aansprakelijkheidsregeling wordt hier steeds meer gekozen voor een Besloten Vennootschap (BV). Ook agrarische bedrijven worden nog weleens als maatschap uitgeoefend, bijvoorbeeld van een vader en kind, broers en zussen of een echtpaar. En voor de productie en financiering van een Nederlandse film, zie onder.
De onderlinge afspraken worden vastgelegd in een maatschapscontract. In de regel worden afspraken gemaakt over de inbreng van de vennoten, de winst- en verliesverdeling, de verdeling van de bevoegdheden en wat te doen bij meningsverschillen. De wet geeft beperkingen voor de afspraken die bindend gemaakt kunnen worden: zo is het bijvoorbeeld niet mogelijk om een vennoot uit te sluiten van de winstverdeling, dit is wel mogelijk bij de verliesverdeling. Wanneer de vennoten geen afspraken hebben gemaakt over de winst- en verliesverdeling, wordt er verdeeld naar verhouding van de waarde van inbreng.
In Nederland zijn de regels gegeven in Boek 7a Burgerlijk Wetboek, artikel 1655 - 1689.