Maria Salomea Skłodowska-Curie | ||||
---|---|---|---|---|
7 november 1867 – 4 juli 1934 | ||||
Geboorteland | Keizerrijk Rusland | |||
Geboorteplaats | Warschau | |||
Overlijdensplaats | Passy, Frankrijk | |||
Nobelprijs | Natuurkunde | |||
Jaar | 1903 | |||
Reden | "Voor hun onderzoek naar de stralingsfenomenen. | |||
Samen met | Pierre Curie | |||
Gedeeld met | Antoine Henri Becquerel | |||
Voorganger(s) | Hendrik Antoon Lorentz Pieter Zeeman | |||
Opvolger(s) | John William Strutt Rayleigh | |||
Nobelprijs | Scheikunde | |||
In | 1911 | |||
Reden | "Voor haar ontdekking van radium en polonium en voor haar studie naar de aard en samenstelling van deze opmerkelijke elementen." | |||
Voorganger(s) | Otto Wallach | |||
Opvolger(s) | Victor Grignard | |||
|
Maria Salomea (Marie) Skłodowska-Curie (Warschau, 7 november 1867 – Passy, 4 juli 1934) was een Pools-Frans scheikundige en natuurkundige. Zij was een pionier op het gebied van de radioactiviteit, ontving twee Nobelprijzen en ontdekte de elementen polonium en radium. In haar tweede vaderland Frankrijk is ze bekend als Marie Curie en ze wordt vaak aangeduid als Madame Curie, wat ook de titel is van haar biografie geschreven door haar dochter Ève.