Marterachtigen Fossiel voorkomen: Oligoceen[1] – heden | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Diversiteit van de marterachtigen | |||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
Familie | |||||||||||
Mustelidae Fischer, 1817 | |||||||||||
Een otter (Lutra lutra) op het eiland Unst, onderdeel van de Shetlandeilanden. | |||||||||||
Een boommarter gefotografeerd in Zweden. | |||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||
Marterachtigen op Wikispecies | |||||||||||
(en) World Register of Marine Species | |||||||||||
|
De marterachtigen (Mustelidae) vormen een familie uit de orde der roofdieren (Carnivora). De familie is over de gehele wereld verspreid en bestaat uit circa zeventig verschillende soorten. Tot de familie behoren hermelijnen, wezels, bunzingen, dassen, otters, nertsen en marters. Voorheen werden ook de stinkdieren tot deze familie gerekend, maar die worden door veel wetenschappers in een eigen familie geplaatst, de Mephitidae.
Marterachtigen komen op alle continenten voor, met uitzondering van Australië (alhoewel sommige soorten daar zijn ingevoerd) en Antarctica, in een grote variëteit aan biotopen, van zeeën tot hooggebergten, en van woestijnen tot toendra's. Ze verschillen in grootte van de 35 gram zware wezel (Mustela nivalis) tot de 30 kilogram zware veelvraat (Gulo gulo) en de 32 kilogram zware reuzenotter (Pteronura brasiliensis).
De meeste soorten produceren een sterke geur door middel van de anaalklieren. Net als andere vleeseters hebben ze grote scherpe hoektanden en knipkiezen. Ze hebben veelal een lang lichaam met korte poten, een opvallende staart en een dikke vacht. De meeste soorten zijn goede klimmers. Mannetjes zijn over het algemeen groter dan vrouwtjes. Het zijn hoofdzakelijk nachtdieren. Sommige soorten leveren een mooie pels en worden daarom gefokt of bejaagd.