In de scheikunde is een metaal een van de 62 scheikundig elementen uit een van de volgende reeksen in het periodiek systeem der elementen:
In het periodiek systeem bevinden al deze elementen zich links van de semi-metalen, of metalloïden. De metalloïden liggen op een diagonale lijn, van boor (B) tot astaat (At).
In de materiaalkunde worden daarnaast ook metaalmengsels, met name intermetallische verbindingen en legeringen, als metaal aangeduid. Metalen zijn dan alle materialen met, in vaste of vloeibare vorm, de volgende vier karakteristieke materiaaleigenschappen:
Bekende metaalsoorten zijn: ijzer, aluminium, koper, chroom, nikkel, lood, zink, tin, goud, zilver en platina. Bekende legeringen: staal (bijvoorbeeld inox), brons, messing, elektrum en soldeersel.