Migratie (dieren)

Migrerende kraanvogels
Lederschildpad

Migratie bij dieren is zich verplaatsen van dieren van een leefgebied naar een ander. Trek zoals vogeltrek is een gerichte migratie, terwijl dispersie de min of meer willekeurige verspreiding van een groep individuen over het leefgebied is. In veel gevallen migreren organismen, waarbij ze ontsnappen aan plaatselijke voedseltekorten, meestal in de winter of het droge seizoen. Andere dieren vinden door migratie een geschikt voorplantingsbiotoop, zoals het geval is bij bepaalde vissoorten, bijvoorbeeld de trekvissen zalm en paling. Niet-migrerende diersoorten ontsnappen aan de winter of de droogte door een winterslaap of zomerslaap.

Vogeltrek is de jaarlijkse migratie van veel vogelsoorten. De Noordse Stern is een extreem voorbeeld van een trekvogel, hij vliegt elk jaar van het noordpoolgebied naar Antarctica, en weer terug. Een ander extreem voorbeeld is de rosse grutto die in een ruk van Nieuw-Zeeland naar Alaska kan vliegen. Een exemplaar legde in 8 dagen ruim 11.000 km af.[1]

Bepaalde soorten walvissen, vlinders en motten, palingen, rendieren en gnoes zijn ook migrerende soorten. De plotselinge massale migraties van woestijnsprinkhanen zijn legendarisch en zijn ook beschreven in de Bijbel.

Amfibieën trekken jaarlijks tussen hun overwinterings- en hun voorplantingsbiotoop, wat bekendstaat als de amfibieëntrek of de paddentrek.

  1. Onderzoek rosse grutto Theunis Piersma

Developed by StudentB