Milton Friedman | ||
---|---|---|
31 juli 1912 - 16 november 2006 | ||
Milton Friedman
| ||
Geboorteland | Verenigde Staten | |
Geboorteplaats | New York | |
Plaats van overlijden | San Francisco | |
Prijs van de Zweedse Rijksbank voor economie | ||
In | 1976 | |
Voorgangers | Leonid Kantorovich Tjalling Koopmans | |
Opvolgers | Bertil Ohlin James Meade |
Milton Friedman (New York, 31 juli 1912 – San Francisco, 16 november 2006) was een Amerikaanse econoom en voorvechter van vrijemarktkapitalisme en een beperkte overheid. In 1976 won Friedman de Nobelprijs voor de Economie.
Friedman geldt als een van de grondleggers van het monetarisme. Dat houdt in dat hij een grote rol toekende aan het geld in het economisch verkeer. Een vergroting van de geldhoeveelheid veroorzaakt in ieder geval op de lange termijn, maar volgens de monetaristen mogelijk ook op al korte termijn inflatie. Daarom pleitten Friedman en de zijnen ervoor dat de centrale bank de geldhoeveelheid slechts met een vooraf bepaald maximumpercentage per jaar zou laten groeien. Dit maximumpercentage zou gerelateerd moeten zijn aan het reële deel van alle economische transacties. De monetaristen denken dat inflatie en werkloosheid hierdoor effectief kunnen worden tegengegaan. Ook zijn zij voorstander van een sterke liberalisering van het economisch verkeer omdat zij van mening zijn dat dit de overgrote meerderheid van de bevolking een veel hogere levensstandaard bezorgt dan sterk overheidsgestuurde of planeconomieën.
Friedman was economisch adviseur van de Republikeinse Amerikaanse president Ronald Reagan. Zijn politieke filosofie benadrukte de voordelen van een vrijemarktsysteem met minimale interventie door de overheid. Hij heeft eens gezegd dat zijn rol in het afschaffen van de dienstplicht in de Verenigde Staten de prestatie is waar hij het meest trots op was. Zijn steun voor een systeem van vrije schoolkeuze leidde hem er toe "The Friedman Foundation for Educational Choice" op te richten. In zijn boek uit 1962 Capitalism and Freedom pleitte Friedman voor zaken zoals een vrijwilligersleger, vrij zwevende wisselkoersen, het afschaffen van medische licenties, een negatieve inkomstenbelasting en onderwijsvouchers.[1] Zijn ideeën over monetair beleid, belastingen, privatisering en deregulering beïnvloedde het overheidsbeleid, vooral tijdens de jaren 1980. Zijn monetaire theorie heeft invloed gehad op de reactie van de Federal Reserve op de wereldwijde financiële crisis.[2]