Strikt genomen is een minderheidstaal elke taal die in een bepaald gebied door een minderheid van de bevolking wordt gesproken. Taalkundigen hanteren de term doorgaans voor talen die:
Daarbij wordt het begrip doorgaans stilzwijgend beperkt tot relatief kleine talen die al sinds mensenheugenis binnen een groter taalgebied worden gesproken, zoals het Nedersaksisch, Limburgs en Fries in Nederland, Vlaanderen en Duitsland, het Baskisch in Frankrijk en Spanje en het Reto-Romaans in Zwitserland en Italië.
Immigrantentalen zoals Turks en Chinees in Vlaanderen, Nederland en Duitsland worden of niet als minderheidstaal beschouwd, of van het label "taal van de allochtone minderheid" voorzien.