Nederduits

Nederduits, Platduits
Gesproken in Nederland, Duitsland, Denemarken
Sprekers 2,2-5 miljoen (Duitsland) en 1,6 miljoen sprekers thuis in Nederland (2,15 miljoen in totaal)
Taalfamilie
Dialecten
Alfabet Latijn
Officiële status
Officieel in
Taalcodes
ISO 639-1 -
ISO 639-2 nds
ISO 639-3 nds
Portaal  Portaalicoon   Taal
Huidige verspreidingsgebied van de typologisch Nederlandse (in roodachtige tinten) en de Nederduitse dialecten (geel- en bruinachtig)
Taalgebied van het Nederduits/Nedersaksisch voor 1945 en de verdrijving van Duitsers na de Tweede Wereldoorlog

Het Nederduits (Duits: Niederdeutsch of Plattdeutsch) verwijst naar een hoofdzakelijk in Noord-Duitsland en Oost-Nederland gesproken groep onderling verwante West-Germaanse taalvariëteiten. De in Nederland gesproken dialecten worden over het algemeen niet als Nederduits, maar als "Nedersaksisch" aangeduid. Het betreft echter taaltypologisch gezien varianten binnen dezelfde taal als over de Duitse grens. Het Nederduits heeft geen gestandaardiseerde vorm.

De Nederduitse taalvariëteiten maken deel uit van een veel groter geheel, dat in de dialectologie het Continentaal Westgermaans dialectcontinuüm heet. Onder dit laatste vallen zowel de Nederlandse als de Duitse dialecten.[1] Samen met het Engels, Nederlands, Fries en Duits wordt het Nederduits als een van de hoofdvormen van het West-Germaans beschouwd.[2]

  1. Taal en tongval, Volumes 34-35. Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur van België (1982), p. 65.
  2. (en) Schrijver, P. (2014). Language Contact and the Origins of the Germanic Languages, p. 185.

Developed by StudentB