Nederlandse adel

Adelsdiploma voor de familie De Bye, rond 1830

In Nederland werd bij de herziening van de Grondwet in 1848 de adelstand afgeschaft die in 1814 was ingesteld. De voorrechten die personen met een adellijke titel hadden verdwenen. Deze rechten waren bijvoorbeeld zitting nemen in een van de provinciale ridderschappen. Personen met een adellijke titel mochten na 1848 hun titel wel houden, maar de hoedanigheid van adellijk persoon verviel, het werden burgers met een adellijke titel. Een adellijke titel of een predicaat is wettelijk beschermd. In Nederland kunnen mensen geen adellijke titel meer verkrijgen door verheffing, behalve leden van het Koninklijk Huis. Wel kan iemand nog een adellijke titel krijgen door erkenning of inlijving. In de meeste landen wordt geen adeldom meer verleend, zoals bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk. In Oostenrijk is het voeren van een adellijke titel zelfs strafbaar. In België, Spanje en het Verenigd Koninkrijk groeit het aantal personen met een adellijke titel nog wel.

Nederland kent, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Frankrijk en Duitsland, een Wet op de adeldom. In koninklijke besluiten werd vastgelegd dat de adellijke titels en een predicaat in officiële documenten, zoals trouwaktes en reisdocumenten, moeten worden vermeld. Daartoe worden adelslijsten gepubliceerd, zodat ambtenaren ervan op de hoogte zijn welke personen een adellijk predicaat of titel hebben. Overigens hebben leden van de Nederlandse adel de bevoegdheid om hun titel of predicaat achterwege te laten in hun paspoort of identiteitskaart.


Developed by StudentB