Gulden | ||||
---|---|---|---|---|
Land | Nederland (-2002), Suriname (-1962), Nederlandse Antillen (-1940), Luxemburg (-1839), België (-1832) | |||
Verdeling | 100 cent, 160 duiten tot 1816 | |||
ISO 4217-code | NLG | |||
Afkorting of valutateken | ƒ, fl[noten 1] | |||
Opvolgende munteenheid | Belgische frank (België en Luxemburg), Luxemburgse frank (Luxemburg en België), Surinaamse gulden, Euro (Nederland) | |||
Wisselkoers | EUR 1 = NLG 2,20371[1] | |||
Muntzijde in de tijd van koningin Juliana
| ||||
Muntzijde in de tijd van koningin Beatrix
| ||||
|
De gulden was vanaf de middeleeuwen tot januari 2002 een Nederlandse munteenheid en wettig betaalmiddel.
Op 1 januari 2002 werd de gulden vervangen door de euro, sindsdien de munteenheid van de Economische en Monetaire Unie. Vanaf die datum was de gulden tot 28 januari 2002 naast de euro nog een wettig betaalmiddel. Wel diende eventueel wisselgeld in euro's te worden teruggeven. Vanaf 28 januari 2002 was de gulden geen wettig betaalmiddel meer.[2] De omwisselverhouding was bepaald op 2,20371 gulden per euro. Afgerond is dit 0,45378 euro per gulden.
Citefout: Er bestaat een label <ref>
voor de groep "noten", maar er is geen bijbehorend label <references group="noten"/>
aangetroffen