Een neume (Grieks νεῦμα (neuma), wenk of gebaar) is het basiselement van Westerse en Oosterse muzieknotatie, zoals deze bestond vóórdat de notatie met notenbalk ontstond. Een neume is een teken ter aanduiding van de melodiegang bij een gezongen lettergreep; kenmerkend voor neumen is dat ze geen exacte aanduiding van intervallen of toonhoogte aangeven.
De oudste neumen waren tekens die contouren aangaven, maar geen exacte tonen of een exact ritme van datgene wat gezongen moest worden. In een later ontwikkelingsstadium ontstonden neumen die de relatieve intervallen tussen de neumen aangaven en werd een vierlijnige notenbalk geïntroduceerd die specifieke intervallen aanduidde. Soms werden aanvullende symbolen naast neumen geschreven om veranderingen in articulatie, duur of tempo aan te duiden. Neumennotatie werd later in de middeleeuwen gebruikt om bepaalde ritmepatronen te markeren (ritmische modi) en uiteindelijk evolueerden ze tot de moderne muzieknotatie. Neumennotatie is nog steeds gebruikelijk in moderne edities van monofone kerkzang in de rooms-katholieke traditie.