Neusiedlermeer | ||||
---|---|---|---|---|
Fertő tó | ||||
Situering | ||||
Stroomgebied | Donau | |||
Hoogte | 115,45 m | |||
Coördinaten | 47° 45′ NB, 16° 45′ OL | |||
Basisgegevens | ||||
Oppervlakte | 315 km² | |||
Maximale lengte | 36 km | |||
Maximale breedte | 12 km | |||
Gemiddelde diepte | 1 m | |||
Maximale diepte | 1,8 m | |||
Overig | ||||
Belangrijkste bronnen | Wulka | |||
Belangrijkste uitlopen | Einser-kanaal (kunstmatig) | |||
Detailkaart | ||||
Neusiedlermeer | ||||
Foto's | ||||
|
Het Neusiedlermeer (Duits: Neusiedler See, Hongaars: Fertő tó) is een meer dat deels in Oostenrijk, deels in Hongarije ligt.
Het is na het Balatonmeer het grootste meer van Midden-Europa.
Het meer wordt gekenmerkt door zijn geringe diepte, rietvelden, brak en modderig water, en een mild maar winderig klimaat. Het landschap wordt beschermd door het Nationaal Park Neusiedler See-Seewinkel in Oostenrijk en het Nationaal park Fertő-Hanság in Hongarije.
Het heeft een oppervlakte van 315 km², waarvan 240 km² op Oostenrijks en 75 km² op Hongaars grondgebied. Het waterniveau ligt gemiddeld 115,45 m boven dat van de Adriatische Zee. Daarmee is het Neusiedlermeer het grootste meer van Oostenrijk en tevens het laagste punt van dat land. Van noord tot zuid is het meer ongeveer 36 km lang en van oost naar west tussen de 6 en 12 km breed. Gemiddeld is het ongeveer 1 meter diep, en op het diepste punt 1,8 meter. De Seewinkel is van het bekken van het Neusiedlermeer afgesneden door een lage zandwal, een soort fossiel duin. In de zomer valt dit bekken volledig droog.
Afhankelijk van de hoeveelheid regenval kan het waterniveau flink stijgen of dalen. In het verleden is het meer weleens volledig drooggevallen, voor het laatst van 1864 tot 1870. De Wulka is de belangrijkste toeleverende rivier. Het meer heeft geen natuurlijke afvoer en was daarmee een endoreïsch bekken, maar sinds 1895 wordt de waterstand gereguleerd door het Einser-kanaal, dat via onder meer de Rábca (Rabnitz) afwatert op de Donau.
Het wateroppervlak wordt vrijwel geheel omringd door een dichte rietkraag. Door de overheersend noordwestelijke wind groeit er aan de oostoever beduidend minder riet dan aan de westoever: bij Donnerskirchen is de rietkraag tot acht kilometer breed, en Podersdorf ligt aan het enige rietvrije stuk strand van twee kilometer lengte. Tijdens de zomermaanden zijn er soms rietbranden: het droge riet is gemakkelijk ontvlambaar en door de wind op de open vlakte kan een brand zich snel uitbreiden.
Zowel Oostenrijk als Hongarije hebben een nationaal park gevormd van het meer en zijn omgeving, beide parken zijn samen sinds 2001 als cultuurlandschap opgenomen in de Werelderfgoedlijst van de Unesco.