Nicotine

Voor de gelijknamige software, zie Nicotine (software).
Nicotine
Structuurformule en molecuulmodel
Structuurformule van nicotine
Structuurformule van nicotine
Algemeen
Molecuulformule C10H14N2
IUPAC-naam (S)-3-(1-methyl-2-pyrrolidinyl)pyridine
Andere namen β-pyridyl-a-N-methylpyrrolidine, destruxol
Molmassa 162,23 g/mol
SMILES
CN(CCC1)[C@@]1([H])C2=CC=CN=C2
CAS-nummer 54-11-5
EG-nummer 200-193-3
PubChem 942
Wikidata Q28086552
Beschrijving Olieachtige stof die voorkomt in tabak
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen
ToxischMilieugevaarlijk
Gevaar
H-zinnen H301 - H310 - H411
EUH-zinnen geen
P-zinnen P273 - P280 - P301+P310 - P302+P350 - P310
Hygroscopisch? ja
Omgang damp niet inademen, contact en blootstelling vermijden
Opslag lucht-en lichtgevoelig: zuiver nicotine onder argonatmosfeer bewaren op een koele plaats
EG-Index-nummer 614-001-00-4
VN-nummer 1654
MAC-waarde 0,5 mg/m³ of 0,07 ppm
LD50 (ratten) (oraal) 50mg/kg[1]
(huid) 140 mg/kg
(subcutaan) 25 mg/kg
LD50 (konijnen) (huid) 50 mg/kg[1]
(intraperitoneaal) 14 mg/kg
Fysische eigenschappen
Aggregatietoestand vloeibaar
Kleur kleurloos - diep bruin
Dichtheid 1,01[1] g/cm³
Smeltpunt −79[1] °C
Kookpunt 246[1] °C
Vlampunt 101[1] °C
Zelfontbrandings- temperatuur 244 °C
Dampdruk (bij 20°C) 5,6 Pa
Goed oplosbaar in water, ethanol, chloroform, di-ethylether
log(Pow) 1,17
Viscositeit 0,0027 Pa·s
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

Nicotine is een organische verbinding die in een relatief hoge concentratie voorkomt in de tabaksplant (Nicotiana tabacum) en in gedroogde tabak. Deze plant is genoemd naar Jean Nicot. Nicotine werd voor het eerst geïsoleerd door twee Duitse chemici, Posselt en Reimann in 1828. In 1895 werd de structuurformule van nicotine bepaald door Adolf Pinner.

Nicotine komt niet alleen voor in tabak, maar ook in allerlei planten die tot de nachtschadefamilie behoren, zoals onder andere tomaten, aardappelen, en aubergine. Nicotine komt ook voor in de bladeren van de cocaplant (Erythroxylum coca).

Nicotine behoort tot de meest verslavende stoffen. Het is een van de voornaamste oorzaken van de verslavende maar ook verdovende werking van roken, met vaak ook juist weer een stimulerende (opwekkende) werking. Als de drug is uitgewerkt ontstaan ontwenningsverschijnselen.

  1. a b c d e f (en) Gegevens van nicotine in de GESTIS-stoffendatabank van het IFA (geraadpleegd op 5 januari 2010)

Developed by StudentB