De Grondwet van het Noorse Koninkrijk (Kongeriget Norges Grundlov) werd voor het eerst aangenomen door de Riksforsamlingen op 17 mei 1814 te Eidsvoll in de provincie Akershus. Die dag, 17 mei, wordt jaarlijks gevierd, het is de Noorse nationale feestdag.
De grondwet was deels geïnspireerd door de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring in 1776 en deels door de Franse Revolutie van 1789 en de daarop volgende constituties. Destijds was de Noorse Grondwet een van de meest radicale constituties in Europa. In hetzelfde jaar moest de grondwet overigens aangepast worden omdat Noorwegen op 4 november van dat jaar werd samengevoegd met Zweden.
Die amendementen werden 91 jaar later, op 7 juni 1905, herroepen, nadat Noorwegen de Unie met Zweden had verbroken. De grondwet werd voor het laatst aangepast in 2003. Om het geheel zo consequent mogelijk te houden, worden de amendementen in zeer conservatief Deens-Noors geschreven. De Noorse grondwet stelt nog steeds dat het Luthers protestantisme de staatskerk is.
Toen de vrede teruggekeerd was en het constitutioneel bestuur weer fungeerde na de Tweede Wereldoorlog werd er uitgebreid gedebatteerd over hoe de gebeurtenissen van de afgelopen 5 jaren behandeld moesten worden. Desondanks werden er geen amendementen aangenomen. De grondwet had de vuurdoop goed doorgestaan.
De Grondwet heeft altijd het laatste woord wat recht betreft. Andere paragrafen of bepalingen die hier tegen in gaan, moeten wijken. In de Grondwet worden bepalingen betreffende de staatsvorm, mensenrechten, de wetgevende macht (het Storting), de uitvoerende macht (de regering) en de rechterlijke macht geregeld.