Regio van Nederland | |
---|---|
(Details) | |
Geografie
| |
Provincie | Groningen |
Hoofdstad | Midwolda, Termunten, Winschoten |
Coördinaten | 53°8'42"NB, 7°2'24"OL |
Bevolking
| |
Talen | Fries (tot de tweede helft van de 14e eeuw), Nedersaksisch (Gronings), Nederlands |
Dialecten | Oldambtsters, Veenkoloniaals |
Het Oldambt (Gronings en Duits Oldambt, met nadruk op de tweede lettergreep) is een landstreek vlak bij de Duitse grens in Oost-Groningen. Het bestond vanouds uit de onderdelen Klei-Oldambt en Wold-Oldambt. De streek Oldambt omvat behalve de gelijknamige gemeente delen van de gemeenten Eemsdelta en Midden-Groningen, vroeger ook Veendam en delen van Pekela en Stadskanaal. Het Oldambt wordt niet tot de Ommelanden gerekend, maar hoorde tot 1798 bij de stadsjurisdicties van Groningen.
Het Oldambt ligt aan de rand van de Dollard, die deel uitmaakt van het werelderfgoed Waddenzee. De kern van het gebied wordt gevormd door de Dollardpolders en de streekdorpen daaromheen. Het is van oorsprong een agrarisch gebied dat een roerige geschiedenis kent, die veelal in het teken stond van de grote sociale verschillen tussen de herenboeren en landarbeiders. De streek is voor Nederlandse begrippen relatief dunbevolkt.
Het Oldambt wordt vaak vergeleken met het Hogeland, waar vroeger soortgelijke tegenstellingen bestonden. Daar kwamen ze echter minder explosief tot uiting. Dankzij het strakke bestuur van de stad Groningen ontwikkelde het Oldambt al vroeg een eigen identiteit. Die uitte zich in een zelfbewuste houding en verzet tegen elites door wie men zich overheerst meende te voelen. Het gebied was in de 19e eeuw relatief welvarend, maar daarvan is weinig overgebleven. Toen de tegenstellingen tussen de boerenelite en de rest van de bevolking groeiden, leidde dit tot veel sociale onrust. Alternatieve werkgelegenheid was slechts mondjesmaat aanwezig. Door de mechanisering van de landbouw en de teloorgang van de strokartonindustrie rond 1970 ontstond opnieuw de nodige onvrede. Het gebied kent nog altijd veel armoede, leegloop, vergrijzing en weinig arbeidsperspectief.
Het Oldambt is de inspiratiebron van De graanrepubliek, een succesvol boek van Frank Westerman waarin de teloorgang van het Nederlandse platteland wordt beschreven. Een andere klassieke studie die landelijk bekend werd, was Het Oldambt (1937) van de Wageningse socioloog Evert Willem Hofstee. Tussen het Oldambt en het Duitse Reiderland bestaat vanouds een opvallende verwantschap, die zich ook in familiaire banden uitte. Met name in de akkerbouwpolders rond Bunde, Wymeer en Landschaftspolder was men tot ver in de 20e eeuw sterk op Nederland georiënteerd. Ook omliggende streken als de Oosterhoek, delen van Duurswold, de noordrand van Westerwolde en de noordelijke Veenkoloniën waren vooral op het Oldambt gericht. De beïnvloeding vanuit het Oldambt uitte zich in het verleden niet alleen in taal en cultuur, maar ook in sociale verhoudingen, agrarische bedrijfsvoering en boerderijenbouw. In meerdere opzichten gold het Oldambt (net als de Veenkoloniën) als een innovatiegebied.[1]
De samenhang binnen het gebied is sinds het einde van de 20e eeuw sterk verzwakt. Winschoten is niet meer het vanzelfsprekende centrum voor de hele regio. Het Oldambt staat nu vooral bekend vanwege de landschappelijke waarden als weidsheid en ruimte. Ook de kenmerkende Oldambtster boerderijen spreken tot de verbeelding.