Spelen van de XIXe Olympiade | ||||
---|---|---|---|---|
Locatie | Mexico-Stad, Mexico | |||
Deelnemende landen | 112 | |||
Deelnemende atleten | 5516 (4735 mannen, 781 vrouwen) | |||
Evenementen | 172 in 20 sporten | |||
Openingsceremonie | 12 oktober 1968 | |||
Sluitingsceremonie | 27 oktober 1968 | |||
Officiële opening door | President Gustavo Díaz Ordaz | |||
Atleteneed | Pablo Lugo Garrido (atletiek) | |||
Olympische vlam | Norma Enriqueta Basilio de Sotelo (atletiek) | |||
Vorige Spelen | 1964: Tokio (Japan) | |||
Volgende Spelen | 1972: München (West-Duitsland) | |||
|
De Olympische Zomerspelen van de XIXe Olympiade werden in 1968 gehouden in Mexico-Stad, Mexico. Naast Mexico-Stad hadden ook Detroit, Buenos Aires en Lyon een poging gedaan om de Spelen te mogen organiseren.
De beslissing van het Internationaal Olympisch Comité in 1963 tijdens zijn congres in Baden-Baden om de Spelen aan Mexico-Stad toe te wijzen zorgde voor heel wat tumult in de sportwereld. Vele medici en trainers vreesden dat de hooggelegen ligging van de stad weleens voor drama's zouden kunnen zorgen. Onni Niskanen, de Zweedse trainer van Abebe Bikila, beweerde zelfs dat er doden zouden vallen. Ten gevolge van deze beslissing bogen vele wetenschappers zich in de jaren voor de Spelen over het probleem van sportinspanningen op grote hoogte. Men kwam tot de conclusie dat disciplines waarin uithouding van belang was, niet gewoon zouden kunnen verlopen door zuurstofgebrek. Sprinters daarentegen zouden baat hebben bij de kleinere luchtweerstand. Men stelde voor om de atleten lange aanpassingsstages te laten doorlopen. Uiteindelijk verliepen de Spelen zonder medische calamiteiten.
1968 was het jaar van de studentenrevolte, en dat was ook het geval in Mexico. Voor het begin van de Spelen vonden er in Mexico studentenopstanden plaats, om op die manier wereldwijde aandacht te krijgen voor het repressieve klimaat in Mexico. De regering sloeg deze opstanden hardhandig neer, wat onder andere leidde tot het Bloedbad van Tlatelolco. Verder was er nog een ander probleem dat de Spelen verstoorde. De zwarte Amerikaanse atleten brachten in het olympisch dorp een protestbeweging op gang tegen de rassendiscriminatie waarvan zij in hun land het slachtoffer waren. Ze droegen allen een insigne waarop stond 'Olympic Project for Human Rights'. Een hieraan gerelateerd incident vond plaats tijdens de medailleceremonie na de 200 meter. Tommie Smith en John Carlos, respectievelijk eerste en derde, staken tijdens het volkslied een gehandschoende vuist in de lucht terwijl ze met gebogen hoofd stonden: 'Black Power' op de Spelen. Dit voorval werd het tweetal niet in dank afgenomen en ze werden uit het olympisch dorp gezet.