Onderwereld (mythologie)

Ontvoering van Alkestis door Herakles uit de onderwereld (Paul Cézanne)

De onderwereld of het schimmenrijk is de plaats waar men volgens de Griekse mythologie naartoe ging nadat men dood ging. De onderwereld wordt bewaakt door Kerberos, een driekoppige hond. De god van de onderwereld is Hades, zijn vrouw Persephone (de godin van het opkomende graan). Hades had Persephone geschaakt. Ze mocht om het halve jaar terugkeren naar haar moeder Demeter, de godin van de vruchtbaarheid en het graan, in de bovenwereld. De roof van Persephone door Hades kan gezien worden als een zinnebeeldige verbeelding van het ontstaan van de seizoenen.

In de onderwereld zijn verschillende rivieren, de Phlegethon een rivier van vloeibaar vuur, de Lethe met water dat je drinkt om het aardse leven te vergeten, de Acheron is de rivier van het leed, de Styx is de rivier van de haat, en de Cocytus de rivier van de weeklachten.

In de onderwereld staan zwarte bomen, die de somberheid van de dood symboliseren. Wanneer men stierf ging men, begeleid door Hermes, tot aan de oever van de Styx. Hier moest men een muntje (een obool) aan de veerman Charon betalen, die de overledene vervolgens overzette. Aan de overkant kwam men de Drie Rechters tegen. Zij besloten, aan de hand of de persoon goed of slecht geleefd had, welk lot er te wachten stond. Wie goed geleefd had, ging naar de Elysese velden. Wie slecht geleefd had ging naar de Tartaros. Daar werd men gestraft, zoals Tantalus of Sisyphus. Wie niet bijzonder goed of slecht geleefd had ging naar de Asphodelvelden, een grote vlakte waar men eeuwig rondzwierf.

De onderwereld was in de regel alleen toegankelijk voor doden. Slechts enkele helden, zoals Odysseus, Aeneas, Herakles en Orpheus kwamen er levend weer uit.

De god van de onderwereld (of dodenrijk) was Hades samen met zijn hellehond Cerberus.

De Psychopompos geleidde de zielen naar de overkant.


Developed by StudentB