Oost-Limburgs-Ripuarisch

Het Oost-Limburgs-Ripuarisch dialectgebied.
Subdialecten: 1. Bergisch, 2. Zuidoost-Limburgs, 3. Platdiets. In lichtgroen het gebied waar Heerlens-Nederlands overheerst.
Het Limburgs-Ripuarisch loopt in het oosten in het Bergisch over. Uerdingen en Benrath markeren mede de grenslijnen.

Oost-Limburgs-Ripuarisch is de groep van taalkundig Limburgse dialecten die gesproken worden in een zone die door drie landen – Nederland, België en Duitsland – loopt. Het betreffende taalgebied ligt grotendeels in de Duitse Nederrijn en loopt oostwaarts naar de Rijn tussen Uerdingen (bij Krefeld) en Düsseldorf, maar steekt nog ver daarover, waar het dialect Bergisch genoemd wordt. In Nederlands-Limburg loopt het over het oostelijk deel van het heuvelland (Oostelijk Zuid-Limburgs) tot aan Eupen in België, waar het Platdiets of Geullands wordt genoemd.

Het gebied is in Nederland door zijn geringe omvang van minder betekenis dan dat van het Oost-Limburgs. Het vormt een overgangsstrook die aansluit op het Ripuarisch. Sommige onderzoekers behandelen deze beide gebieden als een geheel, vanwege de Ripuarische inslag. Dit Oostelijk Zuid-Limburgs wordt vooral geassocieerd met de Oostelijke Mijnstreek, hoewel het zich niet geheel daartoe beperkt. Het oorspronkelijke dialect is in Heerlen en omstreken overvleugeld door het Heerlens-Nederlands, een overwegend op het Standaardnederlands gebaseerde lingua franca die opkwam tijdens de steenkoolmijnbouwperiode in de 20e eeuw toen de bevolking explosief steeg met immigranten van buiten de regio.


Developed by StudentB