De Oost-Syrische liturgie is de liturgie die gevolgd wordt door de Assyrische Kerk van het Oosten en door een aantal oosters-katholieke kerken ontstaan uit deze Kerk, onder meer de Chaldeeuws-Katholieke Kerk en Syro-Malabar-Katholieke Kerk.
De Oost-Syrische liturgie wordt ook Chaldeeuwse liturgie genoemd en ook Assyrische en Perzische liturgie, alhoewel ze ontstaan is in Edessa. De liturgische taal is het Syrisch. De oorsprong van de rite is onbekend. Volgens de traditie heeft de apostel Thomas – op zijn weg naar Indië – het christendom gebracht in Mesopothamië, Assyrië en Perzië. Hij liet Judas Taddeüs en Maris de zorg voor de nieuwe christenen op zich nemen. Aan hen wordt de liturgie toegeschreven. Omstreeks 650 zou Patriarch Yeshuyab III een herziening hebben doorgevoerd. Volgens sommigen is de Chaldeeuwse ritus ontwikkeld uit de Antiocheense.
Er zijn drie versies van het Eucharistisch Gebed:
De eerste is de normale vorm; hiervan werd ook de Malabar-versie afgeleid.
De tweede wordt gebruikt op de Epifanie en de feestdagen van Johannes de Doper, Diodorus van Tarsus, Theodorus van Mopsuestia en Nestorius. Deze drie laatsten worden doctors ecclesiae of kerkleraren genoemd.
De derde wordt gebruikt van de eerste zondag van de Advent tot Palmzondag.