De opwarming van de Aarde, ook wel klimaatverandering, klimaatopwarming, klimaatontwrichting, klimaatverstoring of de klimaatcrisis genoemd, is de stijging van de wereldtemperatuur sinds de pre-industriële periode. De gemiddelde luchttemperatuur van de atmosfeer van de Aarde op grondhoogte was in de periode van 2014 tot 2023 ongeveer 1,19 °C (1,06–1,30 °C) hoger dan in de periode van 1850 tot 1900.[1] Deze opwarming gaat gepaard met mondiale klimaatveranderingen, zoals veranderingen in de regenvalpatronen en woestijnvorming. Opwarming van de Aarde is een onderdeel van de meer algemene milieuproblematiek.
Onder klimaatwetenschappers is het onomstreden dat de gemiddelde temperatuur op Aarde sinds halverwege de 20e eeuw is toegenomen. Ook over de oorzaak is er consensus: deze trend wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging van de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer. Op zijn beurt is dit het gevolg van menselijke activiteiten zoals gebruik van fossiele brandstoffen, ontbossing en bepaalde industriële en agrarische activiteiten. Sinds begin 21e eeuw zijn ook het publiek en politici in meerderheid de mening toegedaan dat er een klimaatprobleem bestaat en dat dit in belangrijke mate het gevolg is van menselijk handelen.
Grote klimaatveranderingen hebben een ontwrichtende werking en hebben eerder geleid tot het uitsterven van soorten, de migratie van populaties en grote veranderingen in het landoppervlak en de oceaancirculatie. De snelheid van de huidige klimaatverandering is hoger dan de meeste eerdere veranderingen, waardoor adaptatie voor de natuur en aanpassing voor de menselijke maatschappij moeilijker is. Daarnaast maakt de toegenomen complexiteit van de menselijke samenleving dat er een toenemend risico is.[2] De huidige klimaatverandering houdt dan ook een aanmerkelijk grotere kans op schade in.[3]
Met name temperatuurstijgingen van meer dan 2 °C brengen grote veranderingen met zich mee voor mens en milieu, onder andere door zeespiegelstijging, toename van droogte- en hitteperioden, extreme neerslag en afname van biodiversiteit.[3] Een temperatuurstijging van 2 °C heeft waarschijnlijk veel verstrekkender en minder voorspelbare gevolgen dan een stijging van 1,5 °C.[4][5][6]
Er zijn verschillende maatregelen mogelijk om de schade door klimaatverandering te minimaliseren. Aan de ene kant is het mogelijk de oorzaak aan te pakken (mitigatie): minder broeikasgassen uitstoten door het energiegebruik te verduurzamen en natuurgebieden beter te beschermen. Aan de andere kant zullen maatschappijen zich moeten aanpassen (adaptatie) door bijvoorbeeld dijken te verstevigen en beter aangepaste gewassen te verbouwen. In het akkoord van Parijs van december 2015 werd afgesproken de opwarming van de Aarde te beperken tot ruim onder 2 °C, maar bij voorkeur tot maximaal 1,5 °C.[7] Tevens is in dit verdrag afgesproken dat er geld vrijkomt om armere landen te helpen met nodige aanpassingen.