Ovidius

Publius Ovidius Naso
Gravure zijaanzicht van Ovidius
Gravure zijaanzicht van Ovidius
Algemene informatie
Ook bekend als Ovidius, Ovid
Geboren 20 maart 43 v.Chr.
Geboorte­plaats Sulmo, Romeinse Republiek
Overleden 17/18 na Chr.
Overlijdensplaats Tomis, Romeinse Keizerrijk
Land Romeinse Rijk
Beroep Dichter
Werk
Jaren actief 1e eeuw v.Chr. (vanaf ca. -16)
Genre Epos
Stroming Augusteïsche periode
Invloeden Tibullus, Propertius
Thema's Griekse en Romeinse mythologie
Bekende werken Epistulae Heroidum, Ars Amatoria, Metamorphosen
(en) IMDb-profiel
Portaal  Portaalicoon   Literatuur
Romeinse Rijk

Publius Ovidius Naso (Sulmo, 20 maart 43 v.Chr.Tomis, 17 na Chr.) behoort samen met Vergilius, Horatius, Propertius en Tibullus tot de grote dichters uit het augusteïsche tijdvak. Samen met de eerste twee wordt hij beschouwd als een van de canonieke dichters van de Latijnse literatuur. Met de laatste twee vormde hij de elegiaci. Ovidius was bevriend met Propertius, Bassus en Ponticus. Vergilius en Tibullus zouden al gestorven zijn voordat Ovidius hen had kunnen ontmoeten,[1] hoewel Ovidius zelf wel stelt Vergilius gezien te hebben.[2]

Ovidius' poëzie staat bekend om zijn speelse en vernieuwende karakter, vooral in de manier waarop wordt omgegaan met traditionele verhalen en genres. Zijn bekendste werken zijn de Metamorphosen, een mythologisch epos; de Heroides, een verzameling brieven van, voornamelijk, mythologische vrouwen aan hun minnaars; de Ars amatoria, een leerdicht over verleidingstechnieken; en de Amores, een verzameling elegieën. Ook schreef Ovidius de Tristia en de Epistulae ex Ponto, twee gedichtenbundels geschreven tijdens zijn verbanning aan de Zwarte Zee. Verder is Ovidius bekend om zijn onvoltooide Fasti, een gedicht over de Romeinse kalender en een belangrijke historische bron over Romeinse feesten. De poëzie van Ovidius is veelvuldig geïmiteerd tijdens de Late Oudheid en Middeleeuwen en heeft een grote invloed gehad op de Europese kunst en literatuur.

  1. Piet Gerbrandy, Het feest van Saturnus, Amsterdam, 2007, pagina 195
  2. Tristia 4.10.51: "Vergilium vidi tantum", "Vergilius heb ik slechts gezien"

Developed by StudentB