Pacht

Pacht, in middeleeuwse akten ook toust,[1] is een op huur lijkende rechtsfiguur uit het goederenrecht waarbij agrarische gronden door de eigenaar (verpachter) in gebruik worden gegeven aan de pachter. De opbrengst van het verpachte goed komt in beginsel toe aan de pachter, daarover kunnen in de pachtovereenkomst andere afspraken worden gemaakt.

De pachtovereenkomst is een zogenaamde bijzondere overeenkomst. Dat brengt onder andere mee dat als een overeenkomst inhoudelijk voldoet aan de voorwaarden die de wet stelt aan een pachtovereenkomst, het dan geldt als pachtovereenkomst en de wettelijke regels van pacht van toepassing zijn, ook al hebben partijen er een andere naam aan gegeven. Binnen het pachtrecht bestaan dan weer bijzondere pachtovereenkomsten (afdeling 12).

Pachtrecht valt binnen het rechtsgebied agrarisch recht, rechtszaken worden bij de rechtbank en het gerechtshof behandeld door de pachtkamer. Bepaalde geschillen moeten worden voorgelegd aan de Grondkamer, beroepsinstantie de Centrale Grondkamer in Arnhem.[2][3]

Ook spoor- of buslijnen kunnen verpacht worden. Dan spreekt men eerder over OV-concessies. In België werden de buurtspoorweglijnen verpacht aan exploitatiemaatschappijen.

  1. Pierre J.H. Ubachs en Ingrid M.H. Evers (2005): Historische Encyclopedie Maastricht, p. 607. Walburg Pers, Zutphen / RHCL, Maastricht. ISBN 90-5730-399-X.
  2. Grondkamer. RVO.nl. Gearchiveerd op 28 augustus 2023. Geraadpleegd op 28 augustus 2023.
  3. In beroep bij de Centrale Grondkamer. RVO.nl. Gearchiveerd op 28 augustus 2023. Geraadpleegd op 28 augustus 2023.

Developed by StudentB