Pasternes waren Venlose poternes: kleine poorten in de vestingmuur, ook wel sluippoorten genoemd.
Veel pasternes worden een of enkele malen genoemd in de stadsrekeningen van Venlo,[1] maar de ligging is vaak onzeker of volkomen onbekend, evenals de jaren van bouw en afbraak. Het merendeel zal vermoedelijk aan de Maaszijde van de stad hebben gelegen, aldus Hermans.[1] Alleen van de Nieuwe Poort is de ligging duidelijk, omdat deze op meerdere stadsplattegronden te vinden is.[1]
Frans Hermans, die in de 'Historische stedenatlas van Nederland' verscheidene pasternes noemt, stelt dat deze niet permanent bewaakt werden, in tegenstelling tot de vier hoofdpoorten. Onderstaande namen, locaties, oudste vermeldingen en toelichtingen zijn gebaseerd op Hermans.[1]