Pauk | ||||
---|---|---|---|---|
standaard paukenopstelling
| ||||
Classificatie | ||||
Gerelateerde instrumenten | ||||
rototom, timbales, tom tom, timp tom, bongo, conga | ||||
|
Een pauk is een keteltrom met een gedefinieerde toonhoogte.
Op een koperen of kunststof ketel (doorsnede meestal 50 tot 80 cm) is een vel gespannen. Vroeger gebruikte men huid van kalf of geit, sinds de jaren zestig van de twintigste eeuw worden uit kostenoverwegingen veelal kunststof vellen gebruikt. Door met een mallet op het vel te slaan klinkt een bepaalde toon, door de slagen snel achtereen te spelen klinkt een roffel. De toonhoogte is afhankelijk van de spanning van het vel. De grootte van de eronder liggende resonantieruimte, de diameter en de dikte van het vel bepalen in welk toonbereik de pauk gebruikt kan worden.
De pauk is van oorsprong een militaire trom en wordt tegenwoordig in uiteenlopende ensembles gebruikt. In het symfonieorkest is de pauk de meeste gebruikte trommel, meestal in een opstelling van twee tot vier pauken van opeenvolgende diameters. Doorgaans staat de grootste en dus laagst klinkende pauk aan de linkerkant (zoals gezien door de speler); in Oostenrijk, Nederland en Duitsland is de opstelling traditioneel echter gespiegeld.