Zeeroverij of piraterij is een praktijk die sinds mensenheugenis heeft bestaan, zelfs voor de tijd van de oude Grieken en Romeinen. Volgens artikel 101 van het VN-zeerechtverdrag (UNCLOS) van 1982 is piraterij gedefinieerd als elke criminele daad van geweld, detentie of plundering die wordt gepleegd voor privé-doeleinden door de bemanning of passagiers van een privé-schip die is gericht op volle zee (dat wil zeggen buiten de territoriale wateren) tegen een ander schip of personen of bezit aan boord van een schip. Piraterij kan ook worden gepleegd tegen een schip, persoon of bezit buiten de jurisdictie van enige staat. Desalniettemin wordt aanvaard dat elke staat piraterij kan vervolgen op basis van het universaliteitsbeginsel aangezien het gaat om een misdaad tegen de gehele internationale gemeenschap die de vrije zeevaart belemmert.[1][2]
Het eeuwenoude verschijnsel van de piraterij hoort nog steeds bij de huidige internationale zeescheepvaart. Piraterij betekent het roven van goederen of het ontvoeren van mensen in verband met losgeldvordering of slavenhandel. De oorsprong van de piraterij valt samen met het begin van de scheepvaart. Met het opkomen van de overzeese handelsvaart en het bijbehorende waardetransport breidde piraterij zich snel uit.
Verwant aan het begrip piraat of zeerover zijn boekanier en kaper. Nadat de luchtvaart belangrijker werd is het begrip piraterij ook hier in gebruik geraakt en weer later ook elders zoals in de wereld van kunst en wetenschap.