Politicologie (ook wel politieke wetenschap, politieke wetenschappen of staatkunde genoemd)[1] is de sociaalwetenschappelijke discipline die zich bezighoudt met de studie van politiek. De politicologie wordt gekenmerkt door haar substantiële interesse in de politiek in al haar vormen.[2] De politicologie kent niet één, exclusieve methode of dominante theoretische benadering:[3] in methodologisch en theoretisch opzicht is de politicologie pluralistisch.[4] Er zijn verschillende theoretische benaderingen, bijvoorbeeld de politieke psychologie, de rationelekeuzetheorie en het institutionalisme. Deze benaderingen worden door politicologen naast elkaar gebruikt; ze worden soms door onderzoekers geïntegreerd, soms staan de benaderingen in academische debatten tegenover elkaar. Politicologen passen verschillende methoden toe, met name kwalitatieve onderzoeksmethoden, zoals casusonderzoek, en kwantitatieve onderzoeksmethoden, bijvoorbeeld statistiek en experimenten.
Een van de redenen voor het pluralisme in de politicologie is dat de precieze definitie van wat het begrip 'politiek' inhoudt omstreden is.[5] Er zijn grofweg twee benaderingen van het begrip 'politiek'. De eerste bedoelt met 'politiek' de instituties van de overheid; politicologie is dan de studie van deze instituties.[6] De tweede benadering ziet politiek als het gebruik van macht van mensen over andere mensen;[2] daarmee is de politicologie de studie van "de gebruikte technieken voor het uitoefenen van sociale macht"[2], en beperkt haar onderzoeksgebied zich niet slechts tot de overheid, maar strekt dit zich uit over alle sociale domeinen waar macht wordt uitgeoefend.
Politicologen lenen methoden, theorieën en begrippen uit andere disciplines als de sociologie, psychologie, economie, filosofie,[7] rechtsgeleerdheid en het vakgebied van de geschiedschrijving. De scheidslijnen tussen deze disciplines en de politicologie zijn niet scherp gedefinieerd. In de grensgebieden tussen deze disciplines en de politicologie liggen subdisciplines als de politieke sociologie, politieke psychologie, politieke economie, politieke filosofie,[8] staatsrecht en politieke geschiedenis. Aan onderzoek op ieder van deze interdisciplinaire gebieden dragen steeds onderzoekers van beide disciplines bij. In Nederland geldt daarnaast dat het vakgebied der politicologie organisatorisch gescheiden is van dat van de bestuurskunde. Daarbij richt de bestuurskunde zich op het openbaar bestuur in algemene zin, terwijl de politicologie zich meer richt op de klassieke politieke instituties.