Het woord literatuur heeft verschillende, dicht bij elkaar liggende betekenissen. De ruimste is dat literatuur de verzameling van alle teksten is, geschreven en in mondelinge vorm. Literatuur wordt ook in een enge betekenis gebruikt, waarbij zij tegenover lectuur is gesteld. In die zin zou literatuur de hoge, artistieke vorm en lectuur de lage, populairdere vorm van teksten aanduiden.
Gedichten en poëzie, toneel- en filmteksten, prozateksten die geheel of gedeeltelijk zijn verzonnen (fictie, bijvoorbeeld de roman) en proza dat waargebeurde verschijnselen en personen beschrijft (non-fictie, onder meer de brief, het essay en de autobiografie) kunnen literaire kenmerken bezitten. De definitie van die kenmerken is geen eenvoudige zaak. Veelal zijn meerduidigheid (poly-interpretabiliteit), originaliteit en complexiteit centrale criteria, alsook de betrokkenheid van de lezer bij het herscheppen van de tekst. Waterdichte instrumenten om te bepalen wat literatuur is, levert dat niet op.
Beckman wist al op haar elfde dat ze schrijfster wilde worden. Voordat ze met schrijven begon, trof ze veel voorbereidingen. Ze verzamelde zo veel mogelijk gegevens en ging samen met haar man, Dirk Hendrik Beckmann (die overleed in 1993), op reis.
Veel van de boeken van Beckman hebben een historische achtergrond. Daarbij romantiseerde ze de geschiedenis omdat ze vooral spannende en avontuurlijke boeken wilde schrijven.
Een literatuurprijs wordt periodiek (vaak jaarlijks) uitgereikt aan een auteur voor een specifiek werk, een serie werken of zijn of haar gehele oeuvre. Enkele voorbeelden van bekende literatuurprijzen:
"Er zijn geen goede schrijvers. Soms ontstaat in ons land een goed boek, dat op het gemiddelde peil geen invloed heeft. De goede boeken zijn meestal afkomstig van zonderlingen, liefhebbers die stiekem schrijven in het holst van de nacht en niets te maken hebben met het literaire leven, met de levende literatuur als geheel."
Don Quichot is de hoofdpersoon in de door Cervantes geschreven romanDe vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha. Deze roman bestaat uit twee delen; het eerste werd gepubliceerd in 1605, het tweede in 1615.
Het boek is een van de eerste geschreven romans in een moderne Europese taal en wordt alom beschouwd als een van de beste romans ooit. Het vertelt de komische reisavonturen van een oude edelman die denkt dat hij een dolende ridder is. Deze hoofdpersoon, Don Quichot, is het prototype van de idealist, een dwaze held die zich met zijn goede bedoelingen maar onpraktische daden min of meer belachelijk maakt.
Door het lezen van te veel ridderromans is de hidalgo Don Quichot zijn verstand kwijtgeraakt. Denkend dat hij zelf een ridder is, verlaat hij zijn huis en begint een dwaaltocht over de wegen en het platteland van Spanje, op zoek naar avonturen. Als doel heeft hij voor ogen het rechtzetten van alle soorten onrecht, om door deze goede daden beroemd te worden.
Op zijn trektocht wordt Don Quichot vergezeld door zijn buurman en dienaar Sancho Panza. Sancho is een kleine boer, analfabeet maar niet dom, en heeft eten en drinken als zijn belangrijkste interesses. Hoewel Sancho weet dat z'n meester niet helemaal goed bij z'n hoofd is, volgt hij hem, want zijn zwakheid voor de aardse geneugten maakt dat hij gelooft in de grote beloning die Don Quichot hem in het vooruitzicht stelt.
(lees verder)