De middeleeuwen danken hun naam ("middel-eeuwen", tussentijd) aan het feit dat men deze periode tijdens de renaissance als een tussenperiode beschouwde. Met middeleeuwen wordt de periode tussen oudheid en nieuwe tijd aangeduid in de geschiedenis van Europa. Gewoonlijk laat men de middeleeuwen rond 300 na Christus beginnen. Ten aanzien van het einde van de middeleeuwen bestaat grotere consensus. De meeste historici laten de nieuwe tijd kort voor 1500 beginnen.
De middeleeuwse maatschappij en beschaving zijn ontstaan uit drie duidelijk te onderscheiden bronnen: de Grieks-Romeinse beschaving, het christelijk geloof, die op het grondgebied van het Romeinse Rijk ontstonden of verder ontwikkelden en Germaanse tradities, die door later het Rijk binnenvallende volkeren zijn meegebracht. Daarnaast hebben ook de Kelten invloed gehad op de middeleeuwse cultuur, maar het is vaak moeilijk deze aan te tonen. Deze invloeden kunnen zich op allerlei terreinen uiten: in landbouwmethoden, rechtsgewoonten of bijgeloof.
De middeleeuwen kunnen onderverdeeld worden in drie periodes, te weten de vroege, de hoge en de late middeleeuwen.
Het rijk groeide door het onderwerpen van stammen tijdens oorlogen, maar ook traden vele stammen vrijwillig toe tot het rijk van Dzjengis. Dit bracht hen het voordeel te kunnen leven onder een sterke leiding in een ééngemaakt rijk. Er ontstond een hoog moreel niveau als ook een verfijnd sociaal en economisch systeem. Voorbeelden hiervan waren godsdienstvrijheid, vrouwenrechten, een verbod op lijfstraffen, extra bescherming voor geletterden en kunstenaars en een systeem van rechtspraak om dit te beschermen, de yassak. Veel regels en wetten werden op traditionele melodieën gezet, zodat de ongeletterde Mongolen deze tijdens het werken of tijdens veldtochten konden zingen.
Het rijk omvatte op zijn hoogtepunt een gebied dat zich uitstrekte van Zuidoost-Azië tot Oost-Europa.
De Gutenbergbijbel is een door Johannes Gutenberg tussen 1452 en 1455 in Mainz gedrukte bijbel. Deze belangrijkste incunabel bevat de Latijnse tekst van de vulgaat. Het is het eerste boek dat tot stand kwam met behulp van de door Gutenberg ontwikkelde boekdrukkunst. De complete Gutenbergbijbel telt 1282 pagina's, meestal in twee banden gebonden. De bijbel staat ook bekend als de 42-regelige bijbel.