De (hout)zaagmolen komt in Nederland als windmolen voor in drie uitvoeringen:
Daarnaast is er een watermolen als zaagmolen ingericht: de Molen van Singraven.
In 1594 werd door Cornelis Corneliszoon van Uitgeest de krukas met de windmolen gecombineerd tot de eerste houtzaagmolen. Hierdoor wordt de rondgaande beweging van de wieken omgezet in een op en neer gaande beweging van het zaagraam. De smeedijzeren of stalen krukas heeft in de regel drie krukken, die onder een hoek van 120° ten opzichte van elkaar staan. Er zijn ook enkele krukassen met twee krukken of vier krukken.