Portaal:Twente


Welkom op het Portaal van Twente
bewerk 

Introductie



Twente is een landstreek in het oosten van Nederland, die het oostelijke deel van de provincie Overijssel omvat. De bewoners heten Twentenaren of (informeel) Tukkers. Twente omvat 14 gemeenten; de grootste steden zijn Enschede, Hengelo en Almelo.


bewerk 

project

bewerk 

Gewenste artikelen

Algemeen:
scholtenboeren, Twentse oorlog.
Almelo:
Sint-Catharinaklooster (Almelo), Sint-Stephanuskerk (Bornerbroek).
Borne:
Firma Spanjaard, Kulturhus Borne, Bornse synagoge, Herman Liedenbaum, Kloppershuuskes, Melbuul'ndagen, Maarten Vunderink, Gustav von Piekartz, Jan van den Toren.
Dinkelland:
Sint-Plechelmuskerk
Enschede:
Lasonderkerk, Hölterhof, Stokhorst (landhuis), Het Stroot.
Haaksbergen:
Hervormde kerk (Haaksbergen), Sint-Pancratiuskerk (Haaksbergen), Blankenborgh.
Hellendoorn:
Hervormde kerk (Daarle), Dorpskerk (Hellendoorn), De Eelerberg.
Hof van Twente:
Vreest Niet.
Hengelo:
Openbare scholengemeenschap Hengelo, Jan Dijk, Jacob Thompkins, Rudolph Visser, Constant Kooij, Jan Veurman, Cinema Hengelo.
Losser:
Martinustoren (Losser), Hervormde Kerk (Losser).
Oldenzaal:
Sint-Agnesklooster.
Rijssen-Holten:
Dorpskerk (Holten), Volkspark (Rijssen), Oosterhof (havezate).
Twenterand:
Peddemorsboerderij.
Wierden:
Het Hexel.

bewerk 

Uitgelicht

Salomon Jacob Spanjaard (Bodendorf, 13 december 1783 - Borne, 22 april 1861) was grondlegger van het textielbedrijf N.V. Stoomspinnerijen en Weverijen S.J. Spanjaard in Borne in de Nederlandse provincie Overijssel. Dit bedrijf groeide in de loop van de 19e eeuw uit tot een van de grootste textielfabrikanten in Twente.

Salomon Jacob Spanjaard werd in 1783 als Salomon Jacobs geboren in Bodendorf, bij Remagen in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts. Rond de eeuwwisseling verhuisde hij naar Nederland, waar hij zich in Zwolle vestigde als koopman. In 1811 trad hij in Borne in het huwelijk met Sara David van Gelder, die net als hij van joodse afkomst was. Hij kreeg vijftien kinderen, van wie er uiteindelijk negen in leven bleven. In 1812 nam Salomon Jacob de naam Spanjaard aan. Op dat moment was hij in Borne actief als verkoper van tweedehands kleding. Waarom hij de naam Spanjaard aannam, is niet bekend. Vermoed wordt dat hij dit deed omdat zijn voorvaderen van Spaanse afkomst waren. In Duitsland werden deze joden namelijk vaak Spanier genoemd.

De firma Spanjaard werd waarschijnlijk opgericht in 1828, omdat de oudste handelsboeken van het bedrijf uit dit jaar dateren. Met twee van zijn zoons, Jacob Salomon en Levie Salomon, voerde hij de directie over zijn handelsbedrijf. Tot ongeveer 1850 droeg ook de handel in tweedehands kleding en voedingsmiddelen voor een groot deel bij aan de omzet. Daarna was uitsluitend de productie van en handel in textiel nog van belang.

Salomon Jacob Spanjaard kocht garens in Engeland en verkreeg ook Nederlandse garens door deelname in de Enschedese Katoenspinnerij. Het bleken en het verven besteedde hij uit aan respectievelijk de Twentse Stoomblekerij in Goor en Ten Cate in Enschede. Hij oefende vanwege zijn handelsdrift een grote invloed uit op het dorp. De textielfabrikant kende een haat-liefdeverhouding met zijn arbeiders. Vanwege een slecht oog stond hij bekend als Sallie Eenoog of de Olde Eenogige.

In 1852 namen de beide zoons Jacob en Levie voor de som van ƒ 70.905,93 het bedrijf van hun vader over. Op dat moment telde het bedrijf ruim 50 weefgetouwen en had het een paar honderd handwevers onder contract. Salomon Jacob Spanjaard overleed op 22 april 1861, op 77-jarige leeftijd, in Borne.

bewerk 

Lijsten en overzichten

Subportalen van Nederland

Provincie: Friesland

Regio's: Heuvelland · Parkstad Limburg · Twente · Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug

Steden: Amsterdam · Arnhem · Baarn · Breda · Den Haag · Gouda · Haarlem · 's-Hertogenbosch · Leiden · Maastricht · Nijmegen · Rotterdam · Súdwest-Fryslân · Utrecht · Valkenburg aan de Geul

bewerk 

Uit de geschiedenis

17e en 18e eeuw

Historische boerderij De Brager te Geesteren, gebouwd in de karakteristieke streekstijl.

De korte rustige periode die volgde op de vrede resulteerde in groeiende welvaart. In de jaren 1650 werden verscheidene patriciërshuizen gebouwd, zoals het Reijgershuis (inmiddels verdwenen) te Delden, het Cremershuis te Ootmarsum en het Palthe- en het Michoriushuis in Oldenzaal. De katholieke bevolking mocht echter haar godsdienst niet openlijk belijden of uitoefenen. De priesters zagen zich genoodzaakt in het geheim de Heilige Mis te lezen in tot kapellen omgebouwde huizen en schuren op het Twentse platteland. De kleine religieuze groep der doopsgezinden in Twente woonden overwegend in Stad Almelo waar de Heer van Almelo hen in 1684 toestond een kerk te bouwen.

Toenmalig raadspensionaris van Holland, Johan de Witt, schreef in een brief gedateerd op 30 oktober 1654 dat hij voornemens was om Twente in te lijven bij Holland. In het schrijven maakte hij melding over de hem goedgezinde Twentse jonkheren en over de mogelijkheid de streek middels Hollandse troepen te beschermen tegen Oranjegezinde steden als Kampen en Zwolle. Uiteindelijk drukte De Witt de annexatie van Twente door Holland niet door, omdat hij bang was voor een burgeroorlog.

In 1665 en 1666, tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog, werd Twente belaagd door de troepen van de prins-bisschop van Münster, Bernhard von Galen, graaf van Dinklage, bijgenaamd Bommen-Berend. Het dorp Losser werd in brand gestoken. Ook Huize Almelo kreeg het zwaar te verduren.

Kasteel Weldam nabij Goor op het gelijknamige landgoed, gelegen in de voormalige gemeente Markelo, met façade uit 1645 in Hollands classicistische stijl.

Von Galen viel Twente opnieuw binnen in 1672 (Derde Engels-Nederlandse Oorlog) en bezette het tot en met 1674. In deze korte periode was het rooms-katholiek geloof tijdelijk weer staatsreligie in Twente. In Oldenzaal en Goor werd zelfs een begin gemaakt met de katholieke herinrichting der voornaamste kerken.

Het eind van de zeventiende en het grootste deel van de achttiende eeuw gingen zonder oorlogshandelingen voorbij. De bevolking van Twente groeide aanzienlijk. Op het platteland nam het aantal keuterboeren sterk toe. In deze pre-industriële periode waren de fabrikeurs van belang: kooplieden die de thuiswevers van garen voorzagen en hun linnen opkochten om het in Holland door te verkopen. In Borne staat nog het huis van een fabrikeur, inmiddels museum, het Bussemakerhuis (1779). Van oudsher werd in Twente vooral linnen geweven. In de 18e eeuw kwam daar het bombazijn bij: een weefsel met linnen schering en katoenen inslag.

Aan het eind van de achttiende eeuw nam de godsdienstvrijheid toe en werden de eerste rooms-katholieke kerken gebouwd ter vervanging van de vroegere schuilkerken en kerkschuren.

bewerk 

Bezienswaardigheden in Twente

bewerk 

Developed by StudentB