Protesten in Irak | ||
---|---|---|
Soenitische Irakezen betogen tegen de overheid, 14 januari 2013
| ||
Plaats | Irak | |
Periode | 21 december 2012 – 30 december 2013 |
De protesten in Irak kwamen er in de nasleep van de Tunesische en Egyptische revolutie. Ze hebben geleid tot minstens 45 doden, waaronder minstens negenentwintig op 25 februari 2011, die de naam "Dag van Woede" kreeg.
In maart 2011 waren er verschillende protesten tegen de Saoedi-geleide interventie in Bahrein. Protesten vonden ook plaats in Iraaks Koerdistan, een autonome Koerdische regio in het noorden van Irak. Dat duurde 62 dagen. Op 21 december 2012 begonnen de protesten opnieuw. Dit kwam na een overval op het huis van de soennitische minister van Financiën Rafi al-Issawi en de arrestatie van tien van zijn lijfwachten. Sindsdien spelen de protesten zich over de hele soennitische delen van Irak af. Ze krijgen zelfs steun van niet-soennitische Iraakse politici, zoals Muqtada al-Sadr. Pro-Maliki protesten hebben in heel het zuiden van Irak ook plaatsgevonden, waar sprake is van een sjiitische Arabische meerderheid. In april 2013 escaleerde het geweld, na aanvaringen in de stad Hawija.