Publius Cornelius Tacitus

Publius Cornelius Tacitus
Portrettekening van Tacitus gebaseerd op een buste, Julien, 1915
Portrettekening van Tacitus gebaseerd op een buste, Julien, 1915
Algemene informatie
Pseudoniem(en) Gaius Cornelius Tacitus
Ook bekend als Tacitus, Cornelius Tacitus, Cornelii Taciti
Geboren ca. 56[1]
Geboorte­plaats Gallia Narbonensis?
Overleden ca. 117
Overlijdensplaats ?
Land Romeinse Keizerrijk
Beroep consul, historicus, schrijver en redenaar
Werk
Jaren actief 1e en 2e eeuw
Genre geschiedschrijving, redekunst
Bekende werken Agricola, Germania, Annales, Historiae
Portaal  Portaalicoon   Literatuur
Romeinse Rijk

Publius Cornelius Tacitus[2] (ca. 56-117) was een Romeins consul, historicus, schrijver en redenaar. Hij wordt vaak gezien als de grootste historicus van Rome, of zelfs van het Romeinse Rijk. Tacitus' sympathie ging duidelijk uit naar een republikeinse staatsvorm, eerder dan naar de willekeur van sommige keizers.[3] Vanwege zijn veelzijdigheid en complexiteit is hij zelfs aangehaald door latere denkers met tegengestelde politieke opvattingen, die met Tacitus toch zo hun standpunt kracht probeerden bij te zetten.[4] Hij schrijft over keizers en machthebbers met evenveel vanzelfsprekendheid als over personen van minder belang en geeft daarmee inzicht in het leven van zijn tijd.

  1. Omdat hij tijdens Titus' korte regeringsperiode (79-81) werd aangesteld als quaestor (Historiae I 1.) en vijfentwintig jaar de minimumleeftijd voor dit ambt was, kunnen we zijn geboortejaar met enige precisie plaatsen tussen 57 en 55.
  2. De brieven van Sidonius Apollinaris noemen hem Gaius. Dit praenomen werd naar voren geschoven in H.B. Mattingly, Tacitus' praenomen: the politics of a moderate, in Rivista storica dell’antichità 2 (1972), pp. 169–185.
    Een van de twee overgebleven manuscripten van zijn werken noemt hem Publius, voor een analyse van dit manuscript, zie: R.P. Oliver, The First Medicean MS of Tacitus and the Titulature of Ancient Books, in TPAPhA 82 (1951), pp. 232–261.
    Voor onderzoek naar alle mogelijke praenomina, waaronder Gaius en Publius, maar ook Sextus en Quintus, zie: R.P. Oliver, The Praenomen of Tacitus, in American Journal of Philology 98 (1977), pp. 64–70. Vergelijk: R Syme, Tacitus, I, Oxford, 1958 (=1963²), p. 59 (voetnoot 1).
  3. Dit is tenminste de overheersende visie sinds de Franse Revolutie: Giuseppe Toffanin onderkent doorheen de geschiedenis twee kampen: de rode tacitisten, die Tacitus aangrijpen om hun republikeinse gevoelens te ventileren en de zwarte tacitisten, die in Tacitus vooral een handleiding zien om een monarchie tot een goed einde te brengen. Vanaf de renaissance, toen Tacitus' geschriften weer werden bestudeerd, tot in de vroege Verlichting vindt men beroemde voorbeelden van beide "kleuren" van Tacitus-aanhangers: Francesco Guicciardini en Diderot kunnen als voorbeelden van het zwarte tacitisme worden genoemd, terwijl men Machiavelli's geschriften dan weer in twee richtingen kan interpreteren: zwart tacitisme in De vorst; rood tacitisme in de Discorsi. Voor bibliografische verwijzingen: zie het "Tacitean studies" artikel op de Engelstalige Wikipedia.
  4. M. Grant, Roman Literature, Cambridge, 1954, p. 116, M. Grant, The Annals of Imperial Rome, Londen, 1996, pp. 23-24.

Developed by StudentB