Reductie (scheikunde)

Natrium en fluor vormen een ionbinding door middel van een redoxreactie. Natrium staat zijn buitenste elektron af aan het fluoratoom. Het natrium wordt geoxideerd en het fluor wordt gereduceerd

Reductie is het scheikundige proces waarbij een stof (de oxidator) elektronen opneemt van een andere stof (de reductor). De oxidator wordt gereduceerd tot een reductor. Reductie vindt nooit op zichzelf plaats; de elektronen moeten immers ergens vandaan komen. Reductie is dus altijd slechts de helft van het gehele proces, de andere helft is de oxidatie. Waar een deeltje elektronen opneemt (reductie), staat er dus ook een deeltje elektronen af (oxidatie). Het is dus een redoxreactie.

Een stof die in staat is een andere stof te reduceren, is een reductor. De stof die gereduceerd wordt, neemt de elektronen op en is dus de oxidator. De oxidator wordt gereduceerd, de reductor wordt geoxideerd. Omdat na het opnemen van elektronen deze ook weer afgestaan kunnen worden, ontstaat tijdens de reductie uit de oxidator een reductor.

De term reductie is eerst gebruikt om de bereiding van metalen te beschrijven. Door de massa van het erts te reduceren (oftewel verminderen), werd het metaal verkregen. Na ontwikkeling van de ionentheorie was het ook mogelijk reductie te beschrijven als het verminderen van de lading van de metaalionen. Uiteindelijk heeft reductie een bredere betekenis gekregen: het opnemen van elektronen.


Developed by StudentB