De Romeinse of Latijnse kalender is gebaseerd op de maanstanden en verdeelt het jaar onder in twaalf maanden. Het jaar begon met maart en eindigde met februari. De week had in de Romeinse tijd 8 dagen (A t/m H), de 7-daagse week werd in Europa pas rond het jaar 400 (volgens de christelijke jaartelling) ingevoerd, samen met de daarbij behorende namen van de dagen.