Slagen tijdens de Schiereilandveldtocht | ||
---|---|---|
Hampton Roads · Yorktown · Williamsburg · Eltham's Landing · Drewry's Bluff · Hanover Court House · Seven Pines |
De Schiereilandveldtocht (Peninsula Campaign) vond plaats tussen maart en juli 1862 tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Het was een groots opgezet Noordelijk offensief in het zuidoosten van Virginia. Deze operatie werd geleid door generaal-majoor George B. McClellan. Via een amfibische landing wilde hij de vijandelijke legers omzeilen en de Zuidelijke hoofdstad Richmond innemen. De eerste fase was succesvol omdat de Zuidelijke generaal Joseph E. Johnston een te voorzichtige opponent was. Toen Robert E. Lee de leiding kreeg, verloor McClellan het initiatief. In de Zevendagenslag zouden de Noordelijken een smadelijke nederlaag lijden.
McClellan liet zijn leger bij Fort Monroe landden en marcheerde daarna in noordwestelijke richting het Virginia-schiereiland op. De defensieve linie van brigadegeneraal John B. Magruder kwam als een totale verrassing voor McClellan. Zijn hoop op een snelle opmars werd de bodem ingeslagen. Hij liet zijn leger het beleg slaan voor Yorktown. Net voor de volledige omsingeling van de stad, trok Johnston het leger terug naar Richmond. De eerste zware gevechten vonden plaats in de Slag bij Williamsburg. De Noordelijken behaalden enkele tactische overwinningen. De Zuidelijken slaagden er telkens in van zich al vechtend verder terug te trekken. McClellan probeerde via een amfibische flankeerbeweging in Eltham's Landing de vijandelijke terugtocht af te snijden. Dit mislukte evenwel. De Noordelijke marine deed eveneens een poging om Richmond via de James River te benaderen. Ook zij slaagden niet in hun opzet.
Toen McClellan’s leger uiteindelijk de buitenwijken van Richmond bereikte, vond er een kleine slag plaats bij Hanover Court House. Johnston lanceerde een verrassingsaanval bij Seven Pines of Fair Oaks. Hoewel de bloedige slag geen overwinnaar opleverde, had het toch blijvende gevolgen voor de campagne. Op juni werd de gewonde Johnston vervangen door Robert E. Lee. Na zijn leger gereorganiseerd te hebben, ging hij zelf tot het offensief over. De Zevendagenslag, tussen 25 juni en 1 juli vormden het hoogtepunt en tevens de nederlaag voor McClellans campagne.[1]