Sefardische Joden

Sefardische Joden of Sefardim (Hebreeuws: ספרדי, Standaard Səfardi Iberiaans Səp̄arədî; meervoud: ספרדים, Standaard Səfaradim Iberiaans Səp̄arədîm) zijn Joden wier voorouders in Spanje en Portugal leefden. In 1492 werden zij als gevolg van het verdrijvingsedict gedwongen Spanje te verlaten, dan wel zich tot het christendom te bekeren. In 1497 werden de Sefardim in Portugal voor dezelfde keuze gesteld. Hiermee kwam een einde aan een periode van openlijke Joodse aanwezigheid op het Iberisch Schiereiland, die al zou dateren van de Fenicische of latere Carthaagse periode, dus in ieder geval teruggaat tot voor de Romeinse verovering van Iberië.[bron?]

De term Sefardim is afgeleid van het Hebreeuwse woord "Sefaràd", dat Spanje betekent. De taal van de Sefardim is het Ladino, een aan het Spaans verwante taal met veel Hebreeuwse woorden. Deze taal is echter bijna uitgestorven: Sefardische Joden spreken nu voornamelijk (in Israël) Modern Hebreeuws en ook in andere landen de landstaal. Het Ladino leeft nog voort in het Sefardische muziekgenre.

De Sefardische Joden stonden in West-Europa vaak meer in aanzien dan de Asjkenazim, de Joden uit Oost-Europa.[bron?] De Sefardim speelden een rol in bankwezen en wetenschap. Een aantal van hen werd in de adelstand verheven, zoals de familie Lopes Suasso.


Developed by StudentB